2.1 Eten en gegeten worden

Quiz
Herhaling H1
H2.1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Quiz
Herhaling H1
H2.1

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij groei?
A
mitose
B
plasmagroei
C
celstrekking
D
meiose

Slide 2 - Quizvraag

Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij.
Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerderjarige
D
cactus

Slide 3 - Quizvraag

waardoor groeit een plant sneller dan bij een mens?
A
celdeling
B
celreductie
C
celstrekking

Slide 4 - Quizvraag

Van welke plant is dit de levenscyclus?
A
eenjarige
B
tweejarige
C
houtige
D
overblijvende

Slide 5 - Quizvraag

Bestudeer de tekening van de ontkieming van een plant.
Waardoor worden de zaadlobben bij de ontkieming steeds kleiner en vallen ze af?

A
In de zaadlobben zit reservevoedsel en de plant heeft geen voedsel meer nodig.
B
In de zaadlobben zit water en de plant neemt nu water op met de wortels.
C
In de zaadlobben zit reservevoedsel dat gebruikt is tijdens het ontkiemen.
D
Ze vallen niet af, ze groeien uit tot grote bladeren

Slide 6 - Quizvraag

Ontkieming is NIET afhankelijk van
A
temperatuur
B
hoeveelheid water
C
hoeveelheid zuurstof
D
hoeveelheid zonlicht

Slide 7 - Quizvraag

In juni plantte ik zaadjes van een stokroos. In oktober was er een rozet van bladeren ontstaan. In de lente van het jaar daarna bloeiden er prachtige rozen. Hierna stierf de plant, maar het had wel genoeg zaadjes achter gelaten voor het jaar daarna. Nu heb ik elk jaar stokrozen in de tuin. De stokroos is dus een .............................
A
eenjarige plant
B
tweejarige plant
C
overblijvende plant

Slide 8 - Quizvraag

Een ander woord voor producent is
A
dier
B
plant
C
bacterie
D
schimmel

Slide 9 - Quizvraag

Bacterien en schimmels zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 10 - Quizvraag

Mensen zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 11 - Quizvraag

Een boom laat zijn bladeren vallen, de
mestkevers eten het afval op. Wat zijn de mestkevers?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Afvaleters

Slide 12 - Quizvraag

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 13 - Quizvraag

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 14 - Quizvraag

Maak een voedselketen, door de organisme naar de juiste plaats te slepen.
1     --> 
2       -->
3       -->
4
kikker
Algen
Waterslak
blauwe reiger

Slide 15 - Sleepvraag

per schakel neemt de energie in de voedselketen
A
toe
B
af

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je dit?
A
voedselketen
B
voedselweb
C
ecosysteem

Slide 17 - Quizvraag

alleseters eten
A
planten
B
dieren
C
planten en dieren

Slide 18 - Quizvraag

Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C

Slide 19 - Quizvraag

Deze voedselketen bestaat uit..........
schakels
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Welke rol heeft de leeuw in dit voedselweb?
A
Producent
B
Reducent
C
Concument 1e orde
D
Consument 2e orde

Slide 21 - Quizvraag

Door welke woorden kan je een pijl in een voedselketen vervangen?
A
Eet
B
Wordt gegeten door

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
maken 1 t/m 9 van 2.1

Slide 25 - Tekstslide