Les Week & Body

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Face

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Back

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Fingers

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hair

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Knee

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Shoulder

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Teeth

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Toes

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Tummy

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Morning

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Afternoon

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Evening

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Face
Teeth
Shoulder
Toes
Knee
Fingers
Back
Tummy
Hair

Slide 33 - Sleepvraag

Evening
Thursday
Monday
Morning
Friday
Afternoon
Sunday
Tuesday
Saturday

Slide 34 - Sleepvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Maandag
B
Zondag
C
Dinsdag
D
Vrijdag

Slide 35 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Ochtend
B
Middag
C
Avond
D
Dag

Slide 36 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Dinsdag
B
Zondag
C
Zaterdag
D
Woensdag

Slide 37 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Ochtend
B
Middag
C
Avond
D
Dag

Slide 38 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Ochtend
B
Middag
C
Avond
D
Dag

Slide 39 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Maandag
B
Zondag
C
Dinsdag
D
Vrijdag

Slide 40 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Hoofd
B
Gezicht
C
Arm
D
Voet

Slide 41 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Tenen
B
Voeten
C
Handen
D
Vingers

Slide 42 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Been
B
Buik
C
Rug
D
Elleboog

Slide 43 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Elleboog
B
Schouder
C
Been
D
Hand

Slide 44 - Quizvraag

Welk Nederlands woord hoort hierbij?
A
Tanden
B
Nagels
C
Tenen
D
Lippen

Slide 45 - Quizvraag