Einführung: Was weißt du über Deutschland? zonder quiz

Wissenswertes
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wissenswertes

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1. Kennenlernen
2. Absprachen/regeln
3. Das Buch/Klassensprache
4. Lernziele
5. Abschluss

Slide 2 - Tekstslide

1. Kennenlernen
Kennt ihr alle in der Klasse?
Ist jemand neu in der Klasse?

Slide 3 - Tekstslide

Was wisst ihr über Deutschland?

Was weißt du noch über Deutschland? 
Bitte Finger hoch, dann schreibe ich es an der Tafel.

Slide 4 - Tekstslide

2. Absprachen/regeln
Wie gehört es sich in der Schule/ Klasse

- Jacken/ Mantel im Flur
- Handys sind im Locker/ Kiste
- Arbeit vor euch
- Bei Fragen bitte Finger hoch

Slide 5 - Tekstslide

3. Das Buch/Klassensprache
- Das Buch wird ein Ordner, thematische Themen.
(u.a Lesen, Verben, Kasus, Hören)
- Bitte redet soviel wie möglich Deutsch

Slide 6 - Tekstslide

4. Lernziele
Jullie krijgen een A4 voor jou eigen leerdoelen in Periode 1.

- Schrijf je naam erop (we reflecteren er later op)
- Beantwoord de vragen

Slide 7 - Tekstslide

Duitsland
  • +/- 80 miljoen inwoners
  • 8,5x groter dan NL
  • grenst aan NL, België, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Tschjechië, Polen en Denemarken
  • 16 Bundesländer

Slide 8 - Tekstslide

Hamburg

Nord- und Ostsee 

Im Norden:

Slide 9 - Tekstslide

Köln
Ruhrgebiet
Im Westen:

Slide 10 - Tekstslide

Berlin

Sächsische Schweiz

Im Osten:

Slide 11 - Tekstslide

München

Deutsche Alpen

Im Süden:

Slide 12 - Tekstslide

de Duitse taal
  • Hochdeutsch vs. dialecten
  • Meest gesproken moedertaal in Europa (meer dan 100 miljoen moedertaalsprekers!)
  • 80 miljoen vreemde-taal-sprekers

Slide 13 - Tekstslide

Duits binnen Europa 
Duitsland
Zwitserland
Oostenrijk
Luxemburg


Italië
België
Polen
Roemenië

Slide 14 - Tekstslide

Duits buiten Europa 
Amerika
Brazilië
Namibië

Slide 15 - Tekstslide

Duits & Nederlands 
  • zelfde taalfamilie, daarom veel overeenkomsten
  • vaak zijn er maar een paar letters in een woord anders: 
v/f --> b         half=halb, geven=geben
d   --> t          dag=Tag, vader=Vater
p --> f/ff        hopen=hoffen, dorp=Dorf
k --> ch         ik=ich, maken=machen
t --> s/ss        eten=essen, dat=das 
ij --> ei           mijn=mein, ijs-Eis

Slide 16 - Tekstslide

Duitse geschiedenis

Slide 17 - Tekstslide

Eerste Wereldoorlog: 1914-1918 

Slide 18 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog: 1939-1945 

Slide 19 - Tekstslide

Koude Oorlog: 1949-1989

Slide 20 - Tekstslide

Duitse cultuur - eten

Slide 21 - Tekstslide

Bekende traditionele kleding
Dirndl
Lederhose

Slide 22 - Tekstslide

Oktoberfest

Slide 23 - Tekstslide

 Fasching - Karneval

Slide 24 - Tekstslide

Duitse cultuur - auto's

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Duitse muziek 
Beethoven - 5. Symfonie
CRO - Traum
Wolfgang Ambros - Schifoan

Slide 27 - Tekstslide

5. Abschluss
Hat jemand noch etwas zu sagen, zu bemerken?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide