Les 5 - Gedrag

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 5: Gedrag
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 5: Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
L7: Je kunt uitleggen wat gedrag is.
L8: Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
L9: Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is gedrag?
Gedrag = alle handelingen van een mens/dier.

Handeling =  iets wat een mens/dier doet.

Gedragsketen = een vaste volgorde van handelingen.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld van een gedragsketen

Slide 4 - Tekstslide

VK: Wat is een prikkel?

Slide 5 - Open vraag

Voorbeeld van een prikkel & respons

Slide 6 - Tekstslide

Prikkels:
  • Inwendig = binnen het lichaam (honger/dorst)
  • Uitwendig = buiten het lichaam

Respons = de reactie op een prikkel

Slide 7 - Tekstslide

Het zien van een chocoladereep
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 8 - Quizvraag

Het hebben van honger
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 9 - Quizvraag

Motivatie = de bereidheid te reageren op een prikkel.

Slide 10 - Tekstslide

TP: Welk effect zou een hoge motivatie hebben op een respons?

Slide 11 - Open vraag

Aangeboren vs Aangeleerd
Aangeboren gedrag = gedrag vanaf de geboorte

Aangeleerd gedrag = gedrag dat ontstaat door iets te leren

Slide 12 - Tekstslide

TP: Noem een voorbeeld van aangeleerd gedrag.

Slide 13 - Open vraag

Sociaal gedrag
Gedrag van soortgenoten naar elkaar toe.

Een handeling van een dier (of een mens) een prikkel voor een handeling van een soortgenoot -> een signaal.

Slide 14 - Tekstslide

Gedrag van mensen
Gedrag van mensen wordt beïnvloed door waarden en normen.

Waarden = de dingen die mensen belangrijk vinden in het leven.

Normen = gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden.

Slide 15 - Tekstslide

Observatie = feitelijk gedrag wat we waarnemen.

Interpretatie = wat jij denkt dat het gedrag betekent.

Slide 16 - Tekstslide

Is het een interpretatie of een observatie?
De hond loopt mank.
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 17 - Quizvraag

Is het een interpretatie of een observatie?
De kat is moe.
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 18 - Quizvraag