Vaste lasten

Vaste lasten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vaste lasten

Slide 1 - Tekstslide

Waar hebben we het de vorige keer ook alweer over gehad?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik d.m.v. een korte quiz.

Je hebt net €500 gekregen voor de maand. Wat doe je als eerste?

a) Direct nieuwe kleren kopen
b) Eerst huur en boodschappen betalen
c) Geld opzij zetten voor onverwachte kosten


Slide 3 - Tekstslide

Terugblik d.m.v. een korte quiz.
Situatie 2:
Je ziet een mooie jas van €150, maar je hebt net €100 over na je vaste lasten. Wat doe je?

a) Kopen met creditcard en later betalen
b) Wachten tot je weer genoeg geld hebt
c) Je koopt iets goedkopers of spaart door

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik d.m.v. een korte quiz.
Situatie 3:
Je wasmachine gaat kapot en kost €200 om te repareren. Je hebt die maand geen extra geld meer. Wat doe je?

a) Vraag een lening bij familie of vrienden
b) Gebruik je creditcard, ook al kost het rente
c) Kijk of je het zelf tijdelijk kunt oplossen en sparen voor later

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen:

Begrijpen wat vaste lasten zijn

Inzicht krijgen in het maken van een eenvoudig budget

Slide 6 - Tekstslide

“Weet je wat vaste lasten zijn? Kun je voorbeelden geven?”

Slide 7 - Woordweb

Voorbeelden zijn:
huur, gas, water, elektriciteit, internet, telefoon, verzekering, abonnementen.

Slide 8 - Tekstslide

“Vaste lasten zijn kosten die je elke maand moet betalen en meestal ongeveer hetzelfde zijn. Denk aan je huur, je energierekening, je internet en je verzekeringen. Dit zijn belangrijke kosten, want als je deze niet betaalt, kunnen er problemen komen.”

Slide 9 - Tekstslide

“Welke problemen kun je krijgen als je vaste lasten niet betaalt?”

Slide 10 - Woordweb

Voorbeelden zijn:
Huisbaas kan zeggen dat je moet verhuizen

Energiebedrijf kan de stroom of gas afsluiten

Internetprovider kan je internet stoppen

Verzekering kan stoppen, dan ben je niet meer verzekerd

Slide 11 - Tekstslide

Wat is budgetteren?


Plannen hoeveel geld je uitgeeft aan verschillende dingen.


Slide 12 - Tekstslide

Waarom is budgetteren belangrijk?


- Voorkomt dat je meer uitgeeft dan je hebt
-Helpt sparen voor dingen die je wilt
-Zorgt dat je altijd je vaste lasten kunt betalen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Werkblad

Slide 15 - Tekstslide

Vraag


Waar zou je op kunnen besparen als het nodig is?

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn vaste lasten?
A
Gas en elektriciteit
B
Boodschappen
C
Kleding
D
Huur en zorgverzekering

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer krijg je geen zorgtoeslag?
A
Geen basiszorgverzekering
B
Je hebt kinderen
C
Je woont in Nederland
D
Inkomen te hoog

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn variabele uitgaven?
A
Boodschappen
B
Zorgverzekering
C
Kleding
D
Huur

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn incidentele uitgaven?
A
Vakantie
B
Gas en elektriciteit
C
Cadeaus
D
Huur

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer krijg je geen huurtoeslag?
A
Huur te hoog
B
Spaargeld te laag
C
Inkomen te laag
D
Woning niet zelfstandig

Slide 21 - Quizvraag