Havo 3 Spelling gewone woorden les 4 Afkortingen

Havo 3 Spelling gewone woorden les 4 woorden korter schrijven
Welkom havo 3! Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Pak je laptop, schrift, boek en leesboek
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 3 Spelling gewone woorden les 4 woorden korter schrijven
Welkom havo 3! Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Pak je laptop, schrift, boek en leesboek
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam.

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen correct schrijven.
Hoe bereik je dit doel?
  • Lezen + huiswerkcontrole
  • Nakijken huiswerk (zelfstandig)
  • Dictee
  • Betekenis van afkortingen noteren
  • Uitleg: woorden korter schrijven
  • Oefening
  • Huiswerk: blz. 136-138 opdracht 1, 2, 3, 5 en 6

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Boek uit?
Opdracht al gedaan? Lees de theorie door en maak alvast het huiswerk.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Dictee
Je krijgt zes woorden. Noteer de juiste spelling van deze woorden in je schrift.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden dictee
1. jacquet
2. accommodatie
3. comfortabel
4. objectief
5. tutoyeren
6. taboe

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting mavo?
timer
0:15

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent de afkorting: m.a.w.?
timer
0:15

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent PS? Dit staat vaak onder een brief.
timer
0:15

Slide 8 - Open vraag

Vijf groepen om woorden korter te schrijven
1. Afkorting: een woordgroep met een beperkt aantal letters; je spreekt het oorspronkelijke woord uit. Voorbeeld: m.a.w. --> met andere woorden.
2. Letterwoord: bestaat uit de eerste letters van een naam en je spreekt het uit als een woord: Voorbeeld: Pin, Wajong
3. Initiaalwoord: De eerste voorletters van een naam, maar je spreekt het uit als losse letters. Voorbeeld: btw, aow, NS

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg
4. Verkorting: is opgebouwd uit een of meer lettergrepen, je spreekt het uit als een woord: airco, wifi
5. Symbool: de notatie van een wetenschappelijk begrip, eenheid, valuta. De schrijfwijze is nationaal of internationaal afgesproken.
Let op: in technische en wetenschappelijke teksten schrijf je eenheden als gram en seconden in letters. In een gewone tekst schrijf je gram en seconden als gr. en sec.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf dit woord korter: bladzijde
timer
0:15

Slide 11 - Open vraag

Kort dit in: hotel, restaurant, café
timer
0:15

Slide 12 - Open vraag

Instructie huiswerk
Maken: Opdracht 1, 2, 3, 5 en 6. blz. 136-138
Leren: aantekeningen spelling H1 t/m H4 blz. 34, 66, 102 & 136 + opdracht 1 blz. 136
Hoe werk je:  Je overlegt fluisterend.
Tijd: Tot het einde van de les.
Klaar: Alles opruimen. Daarna lezen

Slide 13 - Tekstslide