De indeling van een tekst

DOEL
- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

DOEL
- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 2 - Quizvraag

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 4 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 5 - Quizvraag

INLEIDING
In de inleiding van een tekst wordt bijna altijd het onderwerp genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

INLEIDING
Naast het onderwerp wordt bijvoorbeeld:
- de aanleiding voor het schrijven van de tekst genoemd
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven
- een leuk, kort verhaaltje (anekdote) verteld
- een belangrijke vraag gesteld
- een mening (over het onderwerp) gegeven
- de hoofdgedachte van een tekst genoemd
-een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd
- een korte samenvatting van de tekst gegeven

Slide 7 - Tekstslide

MIDDENSTUK (KERN)

- bestaat vaak uit meerdere alinea's
- vertelt in elke alinea iets nieuws over het onderwerp (deelonderwerpen)
- elke alinea kan een tussenkopje hebben

Slide 8 - Tekstslide

SLOT

- dit is de afronding van de tekst

Slide 9 - Tekstslide

SLOT
In de afrondig wordt bijvoorbeeld:
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd

- een advies gegeven

- een conclusie getrokken

- een korte samenvatting van de tekst gegeven

- een toekomstverwachting genoemd

- een vraag uit de inleiding beantwoord

Slide 10 - Tekstslide

Waar staat dit in de tekst?
De vraag uit de inleiding wordt beantwoord.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat dit in de tekst?
Er wordt een toekomstverwachting genoemd.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 12 - Quizvraag

Waar staan de deelonderwerpen in de tekst?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat dit in de tekst?
De aanleiding van het schrijven van de tekst wordt genoemd.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat dit in de tekst?
Er wordt een korte samenvatting van de tekst gegeven.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 15 - Quizvraag

Waar staat dit in de tekst?
Er wordt een toekomstverwachting genoemd.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 16 - Quizvraag

Waar staat dit in de tekst?
Er wordt iets over de opbouw van de tekst verteld.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 17 - Quizvraag

GELEERD?
- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Maak opdracht 1 en 2 op blz. 13.

Slide 19 - Tekstslide