18 EBG - Niet of geen (A1-> A2)

Niet of Geen? 
Wanneer gebruik je welke?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Niet of Geen? 
Wanneer gebruik je welke?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over het gebruik van 'niet' en 'geen'?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les 
kun je het verschil tussen 
'niet' en 'geen' 
uitleggen en toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren tijdens deze les.
Niet
Je gebruikt 'niet' als je wilt aangeven dat iets niet zo is. Bijvoorbeeld: 

Hij wil niet voetballen.
Zij is niet thuis.
Ik kom vandaag niet naar school.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe 'niet' gebruikt wordt en geef een voorbeeld.
Wij 
willen
niet
eten.
Wij 
willen
niet
eten.
vandaag
Wij 
komen
niet
naar school.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen
Je gebruikt 'geen' als je wilt zeggen dat iets er niet is. 

Bijvoorbeeld: 
Ik heb geen huisdieren.
Zij heeft geen kinderen.
Hij heeft geen auto.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe 'geen' gebruikt wordt en geef een voorbeeld.
Oefening 1 - wisbordje
Vul de juiste vorm in: niet of geen? 

  1. Ik heb ____ honger. 
  2. Hij heeft ____ geslapen. 
  3. Zij heeft ____ schoenen.

Slide 7 - Tekstslide

Geef de leerlingen tijd om de oefening te maken en bespreek daarna de antwoorden.
Oefening 2 - wisbordje
Vul de juiste vorm in: niet of geen? 

  1. Ik heb ____ zin om huiswerk te maken. 
  2. Hij heeft ____ geld. 
  3. Zij heeft ____ bloemen gekocht.

Slide 8 - Tekstslide

Geef de leerlingen tijd om de oefening te maken en bespreek daarna de antwoorden.
Oefening 3
Vul de juiste vorm in: niet of geen? 

  1. Zij heeft ____ tijd. 
  2. Wij hebben ____ koffie meer.
  3. Ik houd _________ van vis.
  4. Ik ga ____ naar de markt.

Slide 9 - Tekstslide

Geef de leerlingen tijd om de oefening te maken en bespreek daarna de antwoorden.
Toepassen
Maak nu zelf 3 zinnen met 'niet' 
en 
3 zinnen met 'geen' 

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf zinnen maken en bespreek daarna de zinnen in de groep.
Zelfstandig werken
Pak je grammaticaboek. 
Ga naar pagina 70.

Lees de uitleg.
Maak opdracht 55 en 56.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Snel klaar?
Maak dan met je maatje de spreekopdrachten uit Wordwall.
Klik op de volgende sheets.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies