OG Hoofdstuk 3

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 2

https:

Teken maar!

Denk in alternatieven!

SSSTTT (zelf denken)

Stel je voor je doet mee aan een hardloopwedstrijd en je rent voorbij de persoon op de 2e plek. Hoeveelste ben je dan? 

(Schrijf je antwoord op)

Schrijf op! 

Sssstt

Hoeveel verschillende dingen kun je verzinnen die je kunt doen met een baksteen? 

Het betekent dat het woensdag is... ?

Als je dingen anders kunt zien, ben je in staat tot vernieuwing. Je vraag je steeds af: 'Hoe kan het nog anders?' Je komt op nieuwe ideeën. Veel veranderingen starten met een nieuwe manier van kijken.

Opdracht 1
Hoe creatief vind je jijzelf?

1. Ik ben erg creatief.
2. Ik ben best wel creatief.
3. Ik ben een beetje creatief.
4. Ik ben niet creatief.

Denkpatronen

Vlgones een sdiute aan een Elgnese unvirestiet mkaat het neit uit in wleke vlgrodoe de lttrees in een wrood satan, het eigne dat blangrijek is, is dat de ersete en de ltaatse ltteer op de gdoee palats saatn. 

Opdracht 2
Kijk naar de afbeelding.
Wat zie jij?

Van hoeveel kanten zie jij deze man?

1. Balken zijn recht
2. Balken zijn scheef

Welk cijfer hoort niet in het rijtje thuis?

Opdracht 3 

 Trek vier rechte lijnen door al de punten. 

Je mag je potlood/pen niet van het papier halen. 

(Je kunt het in jouw boek proberen). Pagina 78)

Je hebt een groot feest en gaat er met de fiets naartoe. Die avond wil je een taxi terug nemen, die je met je vrienden deelt. Bedenk een idee om de kans te verkleinen dat iemand je fiets steelt.

Opdracht 4

Lees het stukje tekst in de grijze ballon op pagina 79 uit een misdaadroman.

Wat zou er gebeurd kunnen zijn? 

Speel voor detective en verzin zoveel mogelijk verklaringen.

Opdracht 4 vervolg

Sluit je ogen en stel je je werkplek voor op je BPV (leerjaar 3). Bekijk de details, loop rond, raak alle spullen aan. 

Wat zie je? Wat hoor je? Wat ruik je?

blz. 79

Opdracht 5

Stel je voor dat alles kan. 

Wat zou je de komende vakantie dan gaan doen? 

Schrijf in 2 minuten alle ideeën op die in je opkomen.

blz. 81

Opdracht 6

Thuis --> 

Aan welk ander woord doet dat je denken?

Slinger van associaties...

Opdracht 8 (blz 83)

- Hoe wil de organisatie van jouw werk graag overkomen (3)?

- Met welke woorden associëren anderen de organisatie (3)?

- Waarmee associeer jij jouw werkplek (3)?

- Komt dit overeen?