Hoofdstuk 12 verzekeringsrecht - plichten van partijen

Hoofdstuk 12 verzekeringsrecht - plichten van partijen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzekeringsrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 12 verzekeringsrecht - plichten van partijen

Slide 1 - Tekstslide

Welke verplichtingen hebben een
verzekeringnemer en een verzekeraar
bij een verzekeringsovereenkomst?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Stel: je wil een autoverzekering afsluiten. Welke informatie over jou of over jouw auto denk je dat belangrijk is om mee te delen aan de verzekeraar?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de functies van het aanvraagformulier (schriftelijk of digitaal)?
A
Wilsovereenstemming, verstrekken van gegevens en het sluiten van de overeenkomst.
B
Wilsuiting, informatieverstrekking en akkoord gaan met voorwaarden en premie.
C
Wilsovereenstemming, informatieverstrekking en mededelingsplicht bevragen.

Slide 14 - Quizvraag

Jan Huizinga heeft enkele jaren geleden een woonhuisverzekering gesloten. Bij toeval ontdekt de verzekeraar dat Jan het aanvraagformulier toen onjuist heeft ingevuld. Als Jan het aanvraagformulier wel juist zou hebben ingevuld, had de verzekeraar de verzekering helemaal niet geaccepteerd.

Wat is juist?
A
De verzekeraar mag de verzekering binnen twee maanden ná ontdekking van het niet-nakomen van de mededelingsplicht met directe ingang opzeggen.
B
De verzekeraar hoeft pas gevolgen aan het niet-nakomen van de mededelingsplicht te verbinden als Jan een schade onder zijn woonhuisverzekering claimt.
C
De verzekeraar mag de verzekering binnen twee maanden ná ontdekking van het niet-nakomen van de mededelingsplicht per ingangsdatum beëindigen.

Slide 15 - Quizvraag

In welke situatie mag een verzekeraar de verzekering beëindigen als er sprake is van schending van de mededelingsplicht?
A
Als er geen causaal verband is tussen hetgeen verzwegen is en de schade.
B
Als verzekerde de verzekeraar met opzet heeft misleid.
C
Als verzekerde vergeten is een vraag in te vullen.

Slide 16 - Quizvraag

Arthur heeft enkele jaren terug een inboedelverzekering gesloten. Op het aanvraagformulier heeft hij toen abusievelijk ingevuld dat zijn woonhuis met pannen is gedekt in plaats van met riet.

Een klein jaar ná het sluiten van de inboedelverzekering ontstaat brand doordat vonken uit Arthurs schoorsteen op het rieten dak zijn terechtgekomen. Zowel aan het woonhuis als de inboedel ontstaat schade. Tijdens een inspectie door de schade-expert komt de verzekeraar achter het niet-meegedeelde feit. Als de inboedelverzekeraar van het rieten dak had geweten, dan zou hij een hogere premie hebben bedongen.
Wat is juist?
A
De verzekeraar hoeft maar een evenredig deel van de schade te vergoeden en mag de premie van de verzekering voor de toekomst aanpassen.
B
De verzekeraar moet de inboedelschade van Arthur volledig vergoeden en mag de premie van de verzekering voor de toekomst aanpassen.
C
De verzekeraar mag de schade op grond van het niet nakomen van de mededelingsplicht afwijzen en de verzekering met onmiddellijke ingang opzeggen.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Opzet
Bewust handelen met de intentie om schade te veroorzaken
én
Bewust handelen waarbij het onvermijdelijk is dat er schade ontstaat

Slide 30 - Tekstslide

Roekeloosheid
Bewust een risico nemen, waarbij de eventuele schade niet het doel was

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide