Quiz Nom, Akk
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke naamval hebben we nog niet geleerd?
A
1e naamval
B
2e naamval
C
3e naamval
D
4e naamval
Slide 2 - Quizvraag
Wat doe ik als allereerste voordat ik een zin ga ontleden?
A
Der- of Ein-Gruppe bepalen
B
werkwoordelijk gezegde bepalen
C
Onderwerp zoeken
D
geen van het bovenstaande
Slide 3 - Quizvraag
wie/ wat + gezegde
aan wie/ voor wie
onderwerp + gezegde + wie/wat
1e naamval
4 naamval
3de naamval
onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 4 - Sleepvraag
Het onderwerp van de zin is altijd de
A
Nominativ
B
Akkusativ
C
Genitiv
D
Dativ
Slide 5 - Quizvraag
der-Gruppe
ein-Gruppe
der
kein-
dies-
die
unser
welch-
solch-
mein-
manch-
sein-
unser-
die
jed-
all-
euer-
ihr-
Slide 6 - Sleepvraag
wie/ wat + gezegde
aan wie/ voor wie
onderwerp + gezegde + wie/wat
1e naamval
4 naamval
3de naamval
onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 7 - Sleepvraag
Welke naamval hoort bij het lijdend voorwerp?
A
Nominativ
B
Genitiv
C
Dativ
D
Akkusativ
Slide 8 - Quizvraag
1. Ich sehe _______ (de) Jungen (m).
Slide 9 - Open vraag
______ (Deze) Schuh (m) drückt sehr.
A
diesen
B
dieses
C
dieser
D
diese
Slide 10 - Quizvraag
_____ (welke) Leuten (mv) gibst du einen Gutschein?
A
Welchen
B
Welchem
C
Welche
D
Welche
Slide 11 - Quizvraag
Wir kennen _____ (alle) Antworten (mv) beim Test.
Slide 12 - Open vraag
Er ist und bleibt ____ (een) toller Musiker.
A
einem
B
einen
C
eine
D
ein
Slide 13 - Quizvraag
Ik vond deze toets goed/matig/slecht gaan.
😒🙁😐🙂😃
