Casus Tania - Eerste hulp verlenen

Casus Tania 
Eerste hulp verlenen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Casus Tania 
Eerste hulp verlenen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt de basisregels van EHBO benoemen en hierna handelen bij het oefenen met de vaardigheden
  2. Je kunt een slachtoffer helpen bij verstikking door de rugslagen en buikstoten
  3. Je kunt een slachtoffer middels de rautek-manouvre verplaatsen naar een veilige plek
  4. Je kunt een slachtoffer van buik-naar-rug draaien
  5. Je kunt een slachtoffer in de stabiele zij-ligging leggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag: Waar staat EHBO voor?
  • Eerst hulp bij ongelukken


Slide 3 - Tekstslide

Vraag: Wat zijn de vijf belangrijke regels bij EHBO?

  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er gebeurt is en kijk wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plek waar hij/zij zit of ligt

Slide 4 - Tekstslide

Let op gevaar
Zorg ervoor dat je…
  • …zelf geen gevaar loopt
  • …het slachtoffer geen gevaar loopt

Neem maatregelen zoals:

  • Verkeer omleiden
  • Stroom uitzetten of loskoppelen


Slide 5 - Tekstslide

Ga na wat er gebeurt is en controleer wat iemand mankeert


Vraag het slachtoffer of omstanders wat er is gebeurd
  • Controleer de vitale functies
  • 1e Bewustzijn
  • 2e Ademhaling
  • Kijk daarna of er plaatselijke letsels zijn

Slide 6 - Tekstslide

Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

Wees: Rustig, Kordaat & Zorgzaam

Kniel bij een liggend slachtoffer, vertel je naam, leg uit wat je gaat doen

Bescherming tegen koude, warmte, regen, zon, wind (hoofd!)

Slide 7 - Tekstslide

Zorg voor professionele hulp
Laat een ander bellen (en zich terug melden) of zet je telefoon op luidspreker


Vraag om de hulpdienst die je nodig hebt en geef het volgende door: Je naam, de plaats van het ongeval, wat er gebeurd is, het aantal slachtoffers (bij een kind de geschatte leeftijd) en wat het slachtoffer mankeert

Slide 8 - Tekstslide

Help iemand op de plek waar hij zit of ligt

Het verplaatsen van een slachtoffer kan zijn toestand verslechteren (bv bij wervelletsel). Vraag het slachtoffer daarom te blijven liggen.


Als je een slachtoffer toch moet verplaatsen gebruik dan:
De handgreep van Rautek

Slide 9 - Tekstslide

Stoornissen in het bewust zijn
Vraag: Welke stoornissen in het bewustzijn ken je?
  • Flauwte
  • Coma
  • Epilepsie
  • Beroerte
  • Diabetes - Hypo

Slide 10 - Tekstslide

Flauwte
Vraag: Wat is een flauwte?
 
  • Een flauwte is een tijdelijk tekort aan zuurstof in de hersenen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zie je?
  • Geeuwen,
  • Transpireren,
  • Duizelig/licht in het hoofd.

Slide 12 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Verwijder strakke kleren
  • Laat het slachtoffer 10 minuten op zijn rug op de grond liggen.
  • Zorg voor frisse lucht
  • Laat het slachtoffer na 10 minuten voorzichtig overeind komen zitten.
  • Bied het slachtoffer alleen wat te drinken aan wanneer het slachtoffer deze handeling zelf kan uitvoeren.
  • Bel 1-1-2 bij: bewusteloosheid (wegrakingen), flauwte in combinatie met pijn op de borst of hartkloppingen en flauwte in combinatie met hevige buik- of rugpijn.

Slide 13 - Tekstslide

Epilepsie
Vraag: Wat is epilepsie?
  • Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen (epileptische aanval). 

Vraag: Wat is de oorzaak van een epileptische aanval?
  • Ze ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zie je bij een kleine aanval?
  • Het slachtoffer voelt vreemde tintelingen
  • Het slachtoffer kan vreemde geluiden horen
  • Het hoofd en de ogen van het slachtoffer kunne ongecontroleerde bewegingen maken.
  • Het slachtoffer kan een tijdje voor zich uitstaren en niet reageren op de omgeving.

Wat zie je bij een grote aanval?
  • Bewusteloosheid
  • Wegdraaiende ogen
  • Het slachtoffer maakt schokkende, ongecontroleerde bewegingen.
  • Het slachtoffer kwijlt en kan schuim op de mond hebben. Het schuim kan bloedig zijn als het slachtoffer op zijn tong bijt.
  • Het slachtoffer kan zijn of haar urine en ontlasting laten lopen
  • Blauwe huidskleur

Slide 15 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Blijf bij het slachtoffer
  • Blijf kalm
  • Probeer ongecontroleerde bewegingen niet tegenhouden
  • Bel de huisarts of huisartsenpost wanneer een kleine aanval niet binnen enkele minuten vanzelf overgaat.
  • Adviseer het slachtoffer contact op te nemen met de huisarts bij een eerste aanval.
  • Bij een grote aanval bel je 112

Slide 16 - Tekstslide

Beroerte
Vraag: Wat is een beroerte?
  • Een beroerte is een stoornis die optreed door het gevolg van een hersenbloeding of een herseninfarct.

Vraag: Wat is een TIA?
  • Een TIA is een kortdurende afsluiting van een bloedvat in de hersenen met tijdelijke uitvalsverschijnselen.

Slide 17 - Tekstslide

Beroerte
Vraag: Wat is de oorzaak van een beroerte?
  • Bij een hersenbloeding komt er bloed vrij op plaatsen waar het niet hoort. De schedel vult zich met bloed waardoor de hersenen onderdruk komen te staan.
  • Bij een herseninfarct sluit een bloedprop(je) een deel van de bloedvoorziening in de hersenen af waardoor delen van de hersenen niet meer van zuurstofrijk bloed voorzien worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je?
  • Doe de mond, spraak en arm (msa)test of de face, arm, speech and time (fast)test.
  • Bel 1-1-2 wanneer je denkt dat het slachtoffer een beroerte heeft.
  • Bel 1-1-2 wanneer het slachtoffer bewusteloos is en leg het slachtoffer in de stabiele zijligging.

Slide 19 - Tekstslide

Hypo
  • Wanneer het slachtoffer bij bewustzijn is bied je suikerrijke producten aan (cola of druivensuiker)
  • Bel je 1-1-2 wanneer het slachtoffer bewusteloos is en leg het slachtoffer in de stabiele zijligging. 

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen
  1. We maken vier groepen
  2. Elke groep doet één van de oefeningen, zorg dat iedereen aan de beurt komt (slachtoffer + hulpverlener)
  3. We bekijken de volgende filmpjes
  4. Na het kijken van de filmpjes heb je elke keer 10 á 15 min om te oefenen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video