plus les 8 + 9 - delend lidwoord nakijken, schrijfvaardigheid

On a besoin de quoi?

un stylo

un cahier

le livre B

un ordinateur

pas de portable!

Tu prends

1. de jam
2. jam

Tu prends

1. de appel
2. appel
3. een appel
4. appels

Tu prends

1. het water
2. water

Tu prends

1. het cadeau
2. een cadeau
3. de cadeaus
4. cadeaus

Tu prends

1. cadeaus
2. veel cadeaus
3. de vele cadeaus
4. veel van cadeaus

Tu prends

1. de zus
2. zus
3. een zus
4. zussen

Aujourd'hui, on va:

• corriger ex. 16B-D
• Ecrire: ex. 24-28
• Ecrire: ex. 29
• Encanto??

Est-ce qu'on va...

...écouter la prof? 

...travailler en silence?

... ou travailler ensemble?

On va...

...écouter la prof! 

...travailler en silence.

Aujourd'hui, on va:

• corriger ex. 16B-D
• Ecrire: ex. 24-28
• Ecrire: ex. 29
• Encanto??

Est-ce qu'on va...

...écouter la prof? 

...travailler en silence?

... ou travailler ensemble?

On va...

...écouter la prof! 

... travailler ensemble!

Un point par mot unique!

In het algemeen: bepaald lidwoord

Dit zijn de bepaalde lidwoorden: 

"in het algemeen"

le	de/het
la	de/het
l'	de/het
les	de

Deze gebruik je natuurlijk ook wanneer er in het Nederlands gewoon letterlijk "de" of "het" staat. Dat wist je al. 

In het algemeen: bepaald lidwoord

Je komt deze situatie tegen als je het hebt over dingen "in het algemeen": 

Franse wijn is lekker.

Le vin français est bon. 

Kinderen zijn dol op frietjes! 

Les enfants adorent les frites! 

"in het algemeen"

Niet een deel van alle Franse wijn is lekker, maar deze zin wil uitdrukken dat álle Franse wijn, in het algemeen, lekker is. Niet sommige wel, sommige niet. -->

Een dubbele: álle kinderen in het algemeen (of gemiddeld) houden van álle frietjes, niet sommige wel, sommige niet. -->

In het algemeen: bepaald lidwoord

Tip: zelfstandig naamwoorden na de volgende werkwoorden worden altijd in het algemeen bedoeld: 

aimer

détester

adorer

préférer

haïr 

(en andere werkwoorden die voorkeur of afkeur aanduiden)

"in het algemeen"

On va...

...travailler en silence.

Travaillez doucement!

Et toi?

Qu'est-ce que tu manges au petit déjeuner?

On va...

...écouter la prof! 

On va...

... travailler ensemble!

Instruction

Quoi: 

Comment: 

Le but:

Combien de temps: 

Quand tu as fini: 

Merci et à la prochaine! 

Et n'oubliez pas les devoirs: