CT Les 13_Examentraining 3_3u

Creatieve Typografie
Les 13- Oefenexamen 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Grafische VormgevingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Creatieve Typografie
Les 13- Oefenexamen 3

Slide 1 - Tekstslide

In de lessen Creatieve Typografie leer je wat typografie en wat je er allemaal mee kan doen.

Daarnaast oefen je tijdens de lessen de onderdelen van het examen.

Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen van het examen

  1. Verwachting van de leidinggevende
  2. Plan van aanpak
  3. Schetsen
  4. Concept
  5. Logboek
  6. Definitief ontwerp (typografisch product)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een
doodle?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een
monogram?

Slide 5 - Woordweb

Wat is een
woordbeeld?

Slide 6 - Woordweb

Wat is
urban typografie?

Slide 7 - Woordweb

Wat is een
typografisch patroon?

Slide 8 - Woordweb

Wat is een
typografische quote?

Slide 9 - Woordweb

Mijn trein heeft vertraging (hierdoor kom ik te laat). Mag ik als nog naar binnen gaan bij het examen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Ik ben voorbereid op het examen als...
A
ik mijn laptop met Teams mee heb
B
ik een potlood of pen, mijn laptop en een oplader mee heb
C
ik een potlood of pen, mijn laptop waar Teams op draait, updates zijn uitgeschakeld en een oplader mee heb

Slide 11 - Quizvraag

Wat bedoelen we
als we om verschillende
soorten fonts vragen?

Slide 12 - Woordweb

Onderdelen van het examen - Opdracht
Bij de opdracht staat omschreven wat de opdracht is en waar het aan moet voldoen. Dit zijn grotendeels de verwachtingen van de leidinggevende!

Slide 13 - Tekstslide

Onderdelen van het examen - Onderdeel 1
B - Concept typografisch product
  1. Schetsen - verschillende invalshoeken
  2. Concept/voorstellen - uitgewerkte schetsen, gedetailleerd
  3. Bespreken concept/voorstellen - vertellen het WAAROM je welke keuzes hebt gemaak. De leidinggevende kiest een concept/voorstel
A - Voorbereiding 
  1. Vragen stellen om de opdracht duidelijk te krijgen
  2. Verslag - verwachting leidinggevende
  3. Verslag - omschrijving thema, doel en doelgroep
C - Plan van aanpak
  1. Stappenplan uitschrijven met een tijdsindeling per onderdeel
  2. Bespreken met leidinggevende en feedback verwerken

Slide 14 - Tekstslide

Verwachting leidinggevende
Dit geef je aan door de opdracht goed door te lezen en in een verslag op te schrijven wat er van je verwacht wordt. De verwachtingen van de leidinggevende zijn als volgt te vinden door de volgende vragen te beantwoorden: 

  1. Wat moet ik maken? Wat is opdracht.
  2. Welke onderdelen moeten gemaakt/verzameld worden. Stappen.
  3. Als je keuzes zijn omschrijf wat je hebt gekozen, het doel en de doelgroep. 
  4. Zijn er technische eisen waar ik aan moet voldoen? Dit kan zijn: formaat, kleur, sfeer, lettertypen, bestandstype, beeld, stijl van typografie. 
  5. Wat lever ik op? Hoe, wanneer, waar en aan/bij wie.

Slide 15 - Tekstslide

Schetsen
Bij schetsen gaat het erom dat je snel meerdere ideeën/insteken kan laten zien. Bijvoorbeeld voor een Kertskaart: Kerstbal, rendier, Kerstboom, sneeuwster en een Kerstklokje. Ze zijn allemaal anders qua uiterlijk maar hebben hetzelfde thema.

Slide 16 - Tekstslide

Concept
Bij je concept ga je in op je gekozen insteek/idee. Je werkt hem duidelijk uit. Je geeft aan:
  1. Welke kleuren je gaat gebruiken
  2. wat voor beeld/illustratie/woorden worden gebruikt
  3. Wees bewust van je product, maak je een poster vergeet dan logische informatie niet als website, datum en plaats
  4. Welke lettertypen je gaat gebruiken of wat voor soort stylen
In je verslag omschrijf je welke keuzes je hebt gemaakt en waarom je deze hebt gemaakt.
De klant moet na het zien van het concept een duidelijk beeld hebben wat voor een product hij/zij kan ontvangen.

Slide 17 - Tekstslide

Plan van aanpak
Een plan van aanpak is een verslag waarin je stap voor stap beschrijft wat je gaat maken en hoeveel tijd je verwacht daarmee bezig te zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Onderdelen van het examen - Onderdeel 2
A - Opmaak 
  1. Je verzamelt of maakt fonts
  2. Je verzamelt of maakt onderdelen die je nodig hebt (typografische bestanden)
  3. Je gaat ontwerpen en houdt rekening met je concept/voorstel (uiterlijk) en je plan van aanpak (tijdschema)
  4. Je controleert de kwaliteit van je typografie en je product. Je controleert of je je aan de eisen van de opdracht houdt
  5. Je schrijft in je logboek wat je hebt verandert, tegen bent gekomen en geeft aan wat je hebt gecontroleerd

Slide 19 - Tekstslide

Definitief ontwerp
Dit is het uiteindelijk ontworpen product. 
  1. Je kiest en verzamelt alle fonts en/of andere typografische bestanden.
  2. Je maakt zelf fonts en/of bestanden, mocht dat nodig zijn.
  3. Je maakt het typografisch product. Je houdt rekening met het concept en je plan van aanpak.
  4. Je controleert regelmatig de kwaliteit van je typografie en of je aan de eisen voldoet van de opdracht. Vaak moet je het als Ai-bestand en PDF-bestand  (let hierbij op de aangegeven instellingen, bijvoorbeeld drukwerk kwaliteit en zorg dat de fonts omgezet zijn naar lettercontouren) opleveren.
  5. Je schrijft in je logboek alles op wat je bent tegengekomen tijdens het controleren van het product. Ook verwerk je je gesprekken hierin.

Slide 20 - Tekstslide

Logboek
Tijdens het examen wordt er ook van je verwacht dat je een logboek bijhoudt. Hierin schrijf je wat je hebt gedaan en wat je hebt gecontroleerd. Je maakt bijvoorbeeld verslag van de gesprekken met de leidinggevende.
Daar hoort bij of je alle elementen van de opdracht erin hebt zitten (verwachting leidinggevende), dus je maakt een rijtje met elementen die je moet inleveren en die vink je af in het logboek. Als er foto's gebruikt worden moeten die gecontroleerd worden op het ppi. Dat beschrijf je dan ook in het logboek.
Verder zet je erin of je veranderingen hebben gemaakt t.o.v. het concept en waarom. Maar ook bijvoorbeeld of de doelgroep op de juiste manier wordt aangesproken, je zet er je bevindingen en gedachten in. Het hoeft geen heel groot document te worden.

Slide 21 - Tekstslide

Onderdelen van het examen - Onderdeel 3
A - Opleveren 
  1. Je controleert of je product voldoet aan de eisen van de opdracht en past aan als nodig
  2. In je logboek heb je bijgehouden/hou je je wijzigingen bij
  3. Zet bestand om in lettercontouren
  4. Je levert op bij de leidinggevende
  5. Je vult de aangeleverde mappenstructuur (inclusief gebruikte afbeeldingen en gebruikte fonts)
  6. Je geeft alle bestanden een duidelijke naam en zet ze logisch neer

Slide 22 - Tekstslide

Portfolio - mappenstructuur
Bij het examen heet de mappenstructuur je portfolio.

De mappenstructuur wordt voor het examen aangeleverd!
Geef alle bestanden een duidelijk en herkenbare naam.

Bij het examen staat duidelijk per onderdeel wat je dient te verzamelen!

Slide 23 - Tekstslide

Beoordeling examen
Je examen wordt per onderdeel beoordeelt!
Je dient aan 3 voorwaarden te voldoen om beoordeelt te worden per onderdeel! 
Mis je 1 voorwaarden dan wordt je niet beoordeelt en is die onderdeel niet voldaan. Dan krijg je voor 1 onderdeel 1 onvoldoende en dan heb je je examen niet behaald en krijg je een 1 als cijfer. 
Als alle 3 onderdelen de voorwaarden voldaan zijn krijg je een cijfer vanaf 6 - 10. Per onderdeel zijn 4 criteria waar je op beoordeelt wordt.
Lees voor het starten en voor het inleveren van je examen de beoordeling door. Zo kan je controleren of jij beoordeelt wordt.

Slide 24 - Tekstslide

Nog vragen
of ben je voorbereid?

Slide 25 - Woordweb

Heb je achterstanden voor creatieve typografie?
Ja
Nee

Slide 26 - Poll

Examen Creatieve typografie
EXAMEN KEUZEDEEL CREATIEVE TYPOGRAFIE
  • maandag 30 januari - A & C klas - tijdbestek 4 uur
  • dinsdag 31 januari - B klas - tijdbestek 4 uur

DEADLINE = VANDAAG!!!
  • Maandag 23 (A & C klas) & 24 januari (B klas) vóór 16u30
Om mee te mogen doen aan het examen dien je alles af te hebben getekend
in de week vóór het examen . Is het niet afgetekend dan kan je helaas niet meedoen, dus aftekenen! Twijfel je of je alles af hebt, overleg met de docent.

DEELNAME EXAMEN?
Je ontvangt een mail met datum & tijdstip van Gerben als je examen mag doen. 

Slide 27 - Tekstslide

Heb je achterstanden?
Werk ze weg en teken het af!

Ben je bij/heb je géén achterstanden?
Maak de examentraining opdracht van vorige week af of maak de nieuwe examentraining opdracht.
Stel vragen zodat je voorbereid je examen in gaat!
Opdracht deze week

Slide 28 - Tekstslide