3. Nederlandse stadswijken

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

3. Nederlandse stadswijken

Leerdoelen 

HV

• Je kunt stadswijken uit zes verschillende perioden herkennen
  
• Je kunt de verschillen tussen de stadswijken uit zes verschillende perioden verklaren

Leerdoelen

BK

• Je kent de verschillen tussen de soorten stadswijken
• Je kunt de verschillen tussen de stadswijken verklaren

KGT  TH

• Je kunt stadswijken uit vijf verschillende perioden herkennen
• Je kunt de verschillen tussen de stadswijken uit vijf verschillende perioden verklaren

Opbouw stad

Eerst de meest simpele opbouw. Dit is nergens in de werkelijkheid. 

binnenstad

nieuwe woonwijken

oude woonwijken

oude woonwijken

park 

industrie

centrum

nieuwe woonwijken

Het stadscentrum

• Het bruisende deel van de stad.
• Vaak oudste deel van de stad. 
• Kerk en markt 
• middeleeuwen ontstaan (1000 na Chr)

De arbeiderswijken 

• om centrum heen
• vroeger: huizen en fabrieken
• nu alleen nog huizen
• niet heel groot, wel dicht op elkaar
• slechte kwaliteit 

De vooroorlogse wijken

• betere kwaliteit dan arbeiderswoningen 
• eerste eensgezinswoningen
• om arbeiderswoningen heen
• meer groen 

De naoorlogse wijken 

• woningnood
• 1950 - 1970
• jonge gezinnen met kinderen
• veel groen

De jaren 70 wijken 

• eensgezinswoningen 
  
• 1970 - 1985
• kronkelige straten, speels
• ruim opgezet
• verder bij het centrum vandaan 

Nieuwbouwijken

• aan de rand van de stad
• na 1985
• ruim opgezet
• veel groen
• gezinnen

Maak een foto van wat jij vindt wat een nieuwbouwwoning is.

Van de stadsrand naar de binnenstad: 

TOE

AF

neemt de bebouwings

dichtheid....

neemt de ouderdom 

van de bebouwing....

neemt de hoeveelheid groen....

neemt het aantal winkels en voorzieingen......

neemt de verkeersdrukte....

Nederlandse steden hebben veel industrie vlakbij het centrum.

1. juist
2. onjuist

In het centrum van een stad vind je vaak veel winkels.

1. juist
2. onjuist

Hoe word het centrum van een stad genoemd?

1. Oude woonwijken
2. Nieuwe city
3. City West
4. Historische binnenstad

Bekijk de bron.
In welk type woonwijk zal de leefbaarheid
over het algemeen het slechtst zijn?

1. Woonwijken 1870-1920
2. Woonwijk 1920-1940
3. Woonwijken 1950-1970
4. Woonwijken van na 1970

Woonwijken liggen in het stadscentrum.

1. Goed
2. Fout

Grote meubelwinkels liggen vooral in

1. Binnenstad
2. stadscentrum
3. woonwijken
4. bedrijventerreinen

Toeristen gaan het meest kijken in de

1. binnenstad
2. stadscentrum
3. woonwijken
4. bedrijventerreinen

Oude woonwijken zijn:

1. Wijken rondom de binnenstad
2. Wijken buiten de ringweg
3. Wijken in de binnenstad
4. Wijken in dorpjes

Wat moet je nu kunnen en kennen?

 Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.

Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.