Katapult Target 6 les 20 - inhoud en volume

Wat hebben we nodig?
  • rekenboek p. 26
  • scheurblok les 20
  • schrijfgerief
Vandaag krijgen jullie een leuke les!
Inhoud en volume
Dit is een nieuwe les.
Lees dus zeer goed eerst de slides.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lager onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben we nodig?
  • rekenboek p. 26
  • scheurblok les 20
  • schrijfgerief
Vandaag krijgen jullie een leuke les!
Inhoud en volume
Dit is een nieuwe les.
Lees dus zeer goed eerst de slides.

Slide 1 - Tekstslide

In flessen, bokalen, drinkbekers... kan je iets gieten. Dat noemen we de inhoud of het volume
Die woorden betekenen hetzelfde.
Inhouden drukken we uit in maateenheden liter, deciliter, centiliter..
Volume drukken we uit in een andere maateenheid, bv kubieke dm. Wat herkennen jullie aan deze maateenheid? De dm, dat is een lengtemaat. We zullen het volume dus kunnen uitdrukken en berekenen met behulp van bepaalde afmetingen of lengtes. 

Slide 2 - Tekstslide

Stel:
je neemt blokjes van 1cm op 1cm op 1cm. Dat wil zeggen dat de lengte 1cm is, de breedte 1 cm en de hoogte ook 1 cm.
Je legt 12 blokjes in een rechthoek. Hierop leg je nog zo 2 lagen van 12 blokjes. In totaal heb je dus 3 lagen. Hoeveel blokjes heb je? 36 natuurlijk.
Je kon natuurlijk verschillende vormen gebruikt hebben. Sommigen hebben 2x6 gebruikt om te starten, het kon ook 1x12 of 3x4 zijn. Maar toch is bij iedereen het volume gelijk, nl. 12

Slide 3 - Tekstslide

Hebben onze blokkenbouwsels allemaal dezelfde vorm? Neen. 
Is het volume van alle blokkenbouwsels gelijk? Ja, het volume van elk bouwsel is 36 blokjes. 
We hebben de blokjes nu geteld. Maar hoe kunnen we dit berekenen zonder te tellen?
Denk aan de manier waarop je het blokkenbouwsel hebt opgebouwd. 
Welke vorm heeft de grondlaag?  Een rechthoek. 
Hoe weten we snel hoeveel blokken die grondlaag bevat? lengte x breedte (of diepte) 
We hebben echter meerdere lagen. Hoeveel lagen hebben we? 3 lagen. Het bouwsel is dus 3 lagen hoog. Dit is de hoogte
Pas dit toe op jullie blokkenbouwsel.  6 x 2 x 3 = 36 of 12 x 1 x 3 = 36  of 4 x 3 x 3 = 36 

 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kunnen we het volume van dit bouwsel snel berekenen zonder de blokken afzonderlijk te tellen? 
Door lengte x breedte x hoogte te doen. 
DUS 5 x 3 x 4 blokjes = 60 blokjes.

Slide 5 - Tekstslide

We hebben hier 60 blokken van 1 cm (lengte) op 1 cm (breedte of diepte) op 1 cm (hoogte). 
We drukken het volume van iets natuurlijk niet uit in blokken, maar in een maateenheid. We gaan eerst het volume van één blokje berekenen. 

We beginnen bij het grondvlak. Wat is de oppervlakte van het grondvlak van één blokje? 1 cm2 x 1 x 1 = 1 cm2.   We vermenigvuldigen 2 afmetingen en doen daarbij cm x cm. 
 
Om het volume van het blokje te weten, moeten we de oppervlakte van dat grondvlak nog eens vermenigvuldigen met de hoogte. Net zoals we met de blokjes in het bouwsel gedaan hebben. Wat is de hoogte van één blokje? 1 cm     Dus 1 cm2 x 1 cm = 1 cm x 1 cm x 1 cm       = 1 __?__ Deze maateenheid kennen we nog niet.

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel afmetingen hebben we hier vermenigvuldigd? 
 3, namelijk lengte x breedte (of diepte) x hoogte en dus cm x cm x cm. 
Wel, de maateenheid die we hiervoor gebruiken is dan cm3, waarbij de 3 verwijst naar de 3 afmetingen die je nodig hebt om dat volume te berekenen. We verwoorden dit als een kubieke centimeter. 

Als het volume van 1 blokje 1 cm³ is, wat is dan het volume van het bouwsel? 60 x 1 cm3 = 60 cm 3 
          of 60 kubieke centimeter 
Hoe druk ik dan een volume uit van 6 blokken van 1 m op 1 m op 1 m? 6 m³ of zes kubieke meter 
En hoe druk ik een volume uit van  200 blokken van 1 mm op 1 mm op 1 mm? 200 mm³ of tweehonderd kubieke millimeter.
Ik verduidelijk het nog eens via filmpjes.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Als je dit allemaal goed begrepen hebt, kunnen we aan de slag gaan.
Neem je kopieerblad T6 les 20 dat je is doorgestuurd via mail. Dit los je nu op. Verbeter met groene balpen indien nodig.
Daarna neem je je rekenboek p.26. Maak deze bladzijde en verbeter met groene balpen indien nodig.

Slide 10 - Tekstslide


Maak een foto van het kopieerblad en stuur door.

Slide 11 - Open vraag


Maak een foto van je werkboek p.26 en stuur door.

Slide 12 - Open vraag

Leuke les was dit!

Tot de volgende keer.

Maar als afsluiter nog een mopje.


Slide 13 - Tekstslide

Een aap komt een café binnen en maakt een salto. Zegt de barman: 'Waar heb je dat geleerd?' Zegt de aap: 'In het circus!' Er komt nog een aap binnen en die maakt ook een salto. Zegt de barman weer: 'Waar heb je dat geleerd?' Zegt de aap: 'In het circus!' Dan komt er nog een aap binnen en die maakt een driedubbele salto met schroef. De barman zegt: 'Laat me raden, dat heb je zeker ook in het circus geleerd?' Zegt de aap: 'Nee, ik struikelde over de deurmat!'

Slide 14 - Tekstslide