Regulier/Versneld OWH Periode 3 Les 4

OWH
Ondersteunen bij wonen en huishouden

Periode 3 Les 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
OWHMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

OWH
Ondersteunen bij wonen en huishouden

Periode 3 Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Werkprocessen
Tijdens deze module werken we aan de volgende 3 werkprocessen:
  • P2-K1-W1 Ondersteunt bij Wonen en Huishouden
  • P2-K1-W5 Assisteer bij voorraadbeheer
  • B1-K1-W7 Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Nog 4 weken les;
  • Week 9: Toetsweek = TOETS
  • Theorie en vaardigheden;
  • Praktijklokaal (0.126);
  • Theorielokaal (1.018 of 1.036);
  • WE STARTEN ALTIJD IN HET THEORIELOKAAL.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe je een ruimte moet opruimen.
  • Je kunt benoemen hoe je moet schoonmaken en onderbouwen welke middelen je wanneer gebruikt.
  • Je weet hoe je ramen moet wassen en welke materialen hiervoor nodig zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
Op etiketten staan gevarenpictogrammen. Dit zijn rood-witte pictogrammen die iedereen op de wereld kan begrijpen:


Slide 6 - Tekstslide

Opruimen
Elk schoonmaakwerk begint met opruimen. Als je een ruimte niet gaat schoonmaken, ruim je ook op. Bij vertrek laat je een ruimte altijd opgeruimd achter.

Slide 7 - Tekstslide

Opruimen
Een opgeruimde ruimte zorgt voor een positieve sfeer en straalt rust uit.
Cliënten kunnen last hebben van een rommelige ruimte. Zo kan zo’n ruimte bij kinderen baldadig gedrag veroorzaken.

Voor cliënten die moeilijk kunnen lopen of slecht zien, is rommel ook hinderlijk. Ze kunnen erover struikelen en vallen. Ook bij cliënten die in de war zijn zal een opgeruimde kamer rust uitstralen, waardoor ze zich prettiger voelen.

Slide 8 - Tekstslide

Schoonmaken
Als helpende krijg je in verschillende soorten huishoudens te maken met schoonmaken. Wat je precies wel of niet moet doen hangt vooral af van de afspraken die gemaakt zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Schoonmaken
Bij intramurale hulp, zoals in een woonzorgcentrum, zijn er meestal afspraken voor het schoonmaken van het gebouw. Vaak wordt de schoonmaak uitbesteed aan een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf. Als helpende doe je dan vooral de opruimwerkzaamheden en incidentele schoonmaakwerkzaamheden. Bij extramurale hulp, zoals in de thuiszorg, is schoonmaken een belangrijk deel van je werk. Wat je wel en niet doet staat in het zorgplan van de cliënt.

Slide 10 - Tekstslide

Schoonmaakwagen
Als je schoonmaakt, maak je vaak gebruik van een schoonmaakwagen. Op een schoonmaakwagen staan de schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen die je nodig hebt. Op deze manier heb je steeds alles bij de hand en kun je snel en efficiënt werken.

Slide 11 - Tekstslide

Schoonmaakwerkzaamheden
  • stofzuigen van vloeren en meubels;
  • stofwissen van gladde vloeren;
  • dweilen of moppen van gladde vloeren en schrobben van tegels;
  • stoffen van meubels, zoals kasten, tafels, stoelen en nachtkastjes;
  • vochtig en nat afnemen van aanrechten, keukenkastjes en deuren;
  • soppen van wastafel, toilet, douche en badkamer;
  • reinigen van ramen en houtwerk;
  • verschonen van een bed;
  • reinigen van een koelkast;
  • opruimen van speelgoed, kranten en tijdschriften;
  • verzorgen van bloemen en planten.

Slide 12 - Tekstslide

Schoonmaakwerkzaamheden
Je kunt schoonmaakwerkzaamheden in drie groepen verdelen:
  • dagelijkse werkzaamheden;
  • tussentijdse werkzaamheden;
  • periodieke werkzaamheden, zoals een uitgebreide beurt of extra beurt.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen thuis schoonmaken en professioneel schoonmaken?
A
Er is geen verschil
B
Bij professioneel schoonmaken werk je in opdracht van iemand anders
C
Je krijgt ervoor betaald
D
Je werkt volgens een planning

Slide 14 - Quizvraag

Eerst nat schoonmaken of droog schoonmaken
A
Nat
B
Droog
C
Maakt niet uit

Slide 15 - Quizvraag

Wat valt er niet onder de schoonmaak?
A
wc schoonmaken
B
textielbeheer
C
prullenbakken legen
D
dweilen

Slide 16 - Quizvraag

Incidentele schoonmaakwerkzaamheden

Incidentele schoonmaakwerkzaamheden zijn onregelmatige werkzaamheden. Het zijn werkzaamheden die je niet kunt plannen, maar die wel meteen moeten gebeuren. Er valt bijvoorbeeld een beker melk om tijdens de broodmaaltijd in de kinderopvang. Je gaat dan meteen een doekje pakken om het schoon te maken. Of er gebeurt op het toilet een ongelukje, ook dat kun je niet laten liggen tot de schoonmaakdienst er is.

Slide 17 - Tekstslide

Woonruimten
Elke ruimte waarin gewoond en geleefd wordt, moet regelmatig worden schoongemaakt. Of dit dagelijks moet gebeuren, hangt van:
  • hoe de ruimte gebruikt wordt;
  • hoe intensief de ruimte gebruikt wordt;
  • welke eisen er aan de hygiëne worden gesteld.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
  • Bekijk het filmpje op de volgende slide.
  • Vaardighedenlijst.
  • Opdracht van de vorige lessen afmaken/inhalen.

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk de volgende filmpjes:

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?

Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Tekstslide