Beeldspraak betekent dat je iets vergelijkt met iets anders om het mooier, duidelijker of gevoeliger te maken. Het zorgt ervoor dat je meer voelt bij wat je leest.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is beeldspraak?
Vergelijking: je vergelijkt twee dingen en gebruikt woorden als als, net als, zoals.
Voorbeeld: Hij is zo sterk als een beer.
Metafoor: je zegt dat iets is als iets anders, zonder vergelijkingswoord.
Voorbeeld: Mijn hoofd is een warboel.
Slide 10 - Tekstslide
3. Oefenen
"Ik ben moe"
"Ik ben boos"
"Ik ben blij"
Slide 11 - Tekstslide
→ Ik ben een lege batterij.
→ Er stormt onweer in mijn buik.
→ Ik zweef als een ballon.
Wat hadden jullie?
Slide 12 - Tekstslide
4. Zelf schrijven
- Kies een onderwerp (jezelf, een gevoel, school, hobby).
- Schrijf een kort gedicht van 4-6 regels waarin je minimaal één metafoor of vergelijking gebruikt.
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
5. Bespreken
- “Welk gedicht vind jij meer ‘een echt gedicht’? En waarom?”
- Wat doet beeldspraak met een gedicht? Hoe maakt het je tekst sterker of mooier?