2V Lezen H3

H3 Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden (2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg H3 Tekstverbanden en signaalwoorden 
  • Zelfstandig werken: werkboek H3 startopdracht, opdracht 1 en 2. Klaar? Opdracht 4
  • Opdracht bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik Lezen H2
  • Welke tekstverbanden ken je nog?

Slide 3 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 4 - Woordweb

Wat is het verschil tussen een oorzakelijk en redengevend verband?

Slide 5 - Open vraag

Welke tekstverbanden ken je nog niet?

Slide 6 - Woordweb

Lesdoelen
- Ik ken het chronologische, opsommende, tegenstellende en  
   toelichtende verband (klas 1).
- Ik ken het oorzakelijke, concluderende en redengevende  
   verband, vergelijkend (hoofdstuk 2).
- Ik ken het  samenvattend,  doel-middel, voorwaardelijk, toegevend (hoofdstuk 3).

Slide 7 - Tekstslide

Welk tekstverband?

Veel mensen klagen als het waait en regent, maar ik houd juist van dat onstuimige weer.
A
concluderend
B
tegenstellend
C
oorzakelijk
D
opsommend

Slide 8 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Doordat het vannacht gevroren had, gleed mijn buurvrouw vanmorgen uit met haar fiets.
A
concluderend
B
tegenstellend
C
oorzakelijk
D
opsommend

Slide 9 - Quizvraag

Lezen H3: Tekstverbanden
- Doel-middelverband: geeft aan welk middel gebruikt wordt om een bepaald doel te bereiken.
- Signaalwoorden: opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van

Pizzadeeg moet je minstens tien minuten kneden, zodat het mooi soepel en elastisch wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Lezen H3: Tekstverbanden
- Samenvattend verband: geeft een verkorte weergave van informatie uit de tekst.
- Signaalwoorden: kortom, samengevat, met andere woorden, al met al

We hebben nu tien tekstverbanden behandeld. Samengevat kun je wel stellen dat je al heel wat tekstverbanden kent.

Slide 11 - Tekstslide

Lezen H3: Tekstverbanden
- Voorwaardelijk verband: maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt.
- Signaalwoorden: als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits

Je kunt een voldoende halen voor de leestoets, mits je het huiswerk maakt.

Slide 12 - Tekstslide

Lezen H3: Tekstverbanden
- Toegevend verband: geeft een andere kant van de zaak weer.
- Signaalwoorden: ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin

Hoewel An van kamperen houdt, gaat ze dit jaar niet mee naar de camping.

Slide 13 - Tekstslide

Welk tekstverband?

Vincent doet altijd goed mee met de training, zodat hij een goede kans heeft op een basisplaats.
A
samenvattend
B
oorzakelijk
C
doel-middel
D
vergelijkend

Slide 14 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Lidewij is gek op chips en koekjes. Daarnaast smult ze graag van gebakjes en ijs.
A
samenvattend
B
opsommend
C
doel-middel
D
vergelijkend

Slide 15 - Quizvraag

Welk tekstverband?

Simon is twee koppen groter dan ik.
A
samenvattend
B
opsommend
C
doel-middel
D
vergelijkend

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag!
Gezamenlijk lezen Lezen H3, tekst 1 (blz. 76)
Gezamenlijk maken: startopdracht (76)
Gezamenlijk lezen & maken: tekst 2 & opdracht 1

Samen lezen: tekst 3 (78 en 79)
Jullie: maken opdracht 2  blz. 78 (tevens huiswerk)



Slide 17 - Tekstslide