3.1 Fenotype en Genotype

Bs. 1 Fenotype en Genotype
H3: Erfelijkheid
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bs. 1 Fenotype en Genotype
H3: Erfelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg BRCA1 en BRCA2 gen
Opdrachten 1 t/m 3, 5, 7, 10 en 11: BS3.1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Karyogram lichaamscel


22 paar autosomen 

1 paar geslachtschromosomen
XX of XY
 


Slide 7 - Tekstslide

Gen
Deel van chromosoom dat informatie bevat voor een  erfelijke eigenschap

Soms meerdere genen nodig voor een eigenschap

Slide 8 - Tekstslide

Binas 71C

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de kans op een kind met het gemuteerde allel?
Aa
aa

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Deze les
Planning
Theorie BS3.1
Opdracht 1 t/m 3
Video + theorie BS3.1
Opdracht 4, 5, 7 t/m 12

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven wat het fenotype en genotype van een organisme is en uitleggen hoe het fenotype tot stand komt
2. Je kunt de verschillen tussen autosomen en geslachtschromosomen benoemen
3. Je kunt omschrijven hoe de DNA-sequentie en de genexpressie erfelijke eigenschappen kunnen bepalen.

Slide 16 - Tekstslide

Fenotype
Alle waarneembare eigenschappen van een individu


Slide 17 - Tekstslide

Fenotype
Alle waarneembare eigenschappen van een individu

Haarkleur, oogkleur, geur, bloedgroep, kleurenblindheid
wel of geen diabetes etc


Slide 18 - Tekstslide

Genotype
Alle erfelijke eigenschappen van een individu

Dit ligt op de chromosomen

Wanneer wordt het genotype van een persoon bepaald?

Slide 19 - Tekstslide

Genotype
Alle erfelijke eigenschappen van een individu

Dit ligt op de chromosomen

Genotype wordt bepaald op moment van bevruchting

Slide 20 - Tekstslide

Chromosomen
Celkern - lichaamscel
22 paar autosomen 
1 paar geslachtschromosomen
XX of XY
 
Celkern - geslachtscel
22 enkele autosomen + 1 enkele geslachtschrosoom

Slide 21 - Tekstslide

Chromosomen
Chromosomenpaar
1 van moeder en 1 van vader

Homologe chromosomen
- gelijk in lengte en vorm
Maar niet identiek! Niet dezelfde erfelijke informatie

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 3

Klaar? Lees BS3.1 'genen'

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

DNA
In de celkern en mitochondriën
Planten, dieren en schimmels
Bij planten ook in chloroplasten

Genoom
- Alle DNA moleculen in een cel

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

DNA
Nucleotide
- Fosfaatgroep
- Monosacharide (suiker)
- Stikstofbase (A, T, G of C)

Adenine - Thymine
Cytosine - Guanine

Slide 28 - Tekstslide

Eigenschappen
Bepaald door genen

Eigenschap/gen voor haarkleur
Welke variaties zijn er?


Slide 29 - Tekstslide

Eigenschappen
Bepaald door genen

Eigenschap/gen voor haarkleur
Welke variaties zijn er?

Allel - variatie van een gen

Slide 30 - Tekstslide

Gen
Chromosomen bevatten veel genen

Gen
- Specifiek stukje DNA dat voor een eigenschap staat

Slide 31 - Tekstslide

Gen
DNA-sequentie

- Code voor een bepaalde eigenschap
- Specifieke volgorde van de nucleotide

Slide 32 - Tekstslide

Allel
Variatie van een gen
-->
Variatie in de nucleotidevolgorde van een gen


Slide 33 - Tekstslide

Fenotype bepaald door genotype en milieufactoren


Modificatie

Slide 34 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Thema 3

Maken opdrachten 4, 5, 7 t/m 12

Slide 35 - Tekstslide