M2a - Herhaling Chap5 voca + zinnen + Gram

Chapitre 5: Sain et sauf
Je leert in het Frans te zeggen dat je ziek bent of ergens pijn hebt.
1 / 44
volgende
Slide 1: Open vraag
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 5: Sain et sauf
Je leert in het Frans te zeggen dat je ziek bent of ergens pijn hebt.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer ik de woorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Traduis (vertaal) en néerlandais:
le dos

Slide 4 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
le pied

Slide 5 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
vraiment

Slide 6 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
surtout

Slide 7 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
le repas

Slide 8 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
oublier

Slide 9 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
par exemple

Slide 10 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ik geloof

Slide 11 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?
Is het woord vrouwelijk of mannelijk?
Welk lidwoord staat er voor het woord?


Traduis (vertaal) en français:
de hand

Slide 12 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
slapen

Slide 13 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
drinken

Slide 14 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
je moet

Slide 15 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
de nacht

Slide 16 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
moe

Slide 17 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
erg

Slide 18 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): Qu'est-ce que tu ...?
A
avons
B
ai
C
as
D
ont

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): ça ...?
A
bien
B
va
C
mal
D
vrai

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): Tu vas voir le ...?
A
repas
B
arriver
C
partout
D
docteur

Slide 21 - Quizvraag

acheter kan hier niet omdat het de volledige werkwoord is en in de zin heb je een hij-vorm nodig (achète)
- Begrijp eerst waar het omgaat
- Maak daarna de opdrachten
- Leer de regel uit jouw hoofd

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontkenning (la négation)
Waar gaat het om?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik je in het Frans om te zeggen NIET of GEEN?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste zin:
Ik eet niet
A
je mange pas
B
je mange
C
je ne pas
D
je ne mange pas

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
Tu n'es en pleine forme
B
Tu n'es pas en pleine forme.
C
Tu es pas pleine forme
D
Tu ne pas pleine forme

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend.
Elle est malade.
A
elle n'est pas malade
B
elle est pas malade
C
il n'est pas malade
D
elle n'est malade

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): l'objet (m)
A
ce objet
B
ces objet
C
cet objet
D
cette objet

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ontkenning kun je ook met andere woorden maken. nog niet, nooit, niet meer, niets

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nog niet
nooit
niet meer
niets
ne... pas encore
ne...jamais
ne...plus
ne...rien

Slide 30 - Sleepvraag

Sleep een blauw deel op een rode deel
Hoe maak je de ontkenning met deze woorden?
Precies op dezelfde manier!
Zoek het werkwoord - ervoor komt 'ne' erachter komt de rest van de ontkenning

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je mange - gebruik 'niet meer'  = ne...plus
je ne mange plus.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wil je meer oefenen? Maak opdracht 18ab p24 (online chap5/D/ex.18ab)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les phrases-clés
Tip: Leer ze uit jouw hoofd (ook schrijven).
Let op: welk woord zou jij kunnen veranderen in de zin?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Qu'est-ce que tu as?

Slide 35 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
J'ai mal au ventre

Slide 36 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
je ne peux rien manger

Slide 37 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
gaat het?

Slide 38 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Nee, ik ben niet in vorm

Slide 39 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ik heb morgen een afspraak

Slide 40 - Open vraag

Denk je aan het lidwoord?

Slide 41 - Tekstslide

Controleer jouw antwoorden.
Maak aantekeningen: wat is goed gegaan? Wat vond je lastig? Wat moet je nog leren? 
Stel vragen aan de docent.
Le Bilan
Ga naar de methode online.
Zoek chap 5 / Bilan
Maak vragen 2+3+4

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs à la maison
Herhaal: Chap 5: 
- vocabulaire AB
- zinnen C
- grammaire DH
-  (Gebruik Slim Stampen online)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de volgende les
Gaan wij de vraagstelling herhalen (grammaire H)

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies