W19 GS 1V H6 les 10

Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 (Geschiedenis Werkplaats) les 9
Steden en staten 1000-1500
Woonplaats en werkplaats
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 (Geschiedenis Werkplaats) les 9
Steden en staten 1000-1500
Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe de nijverheid was georganiseerd.
2. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe de internationale handel groeide.



Slide 2 - Tekstslide

Opdrachten
1. Neem de lesdoelen over in jouw schrift.
2. Lees H6 P1 samenwerking in de nijverheid en internationale handel grondig door.
3. Bekijk het meegeleverde filmpje.
4. Maak WB H6 P1 vraag 4 t/m 10.
5. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift
6. Maak de quizvragen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

In welke rij staan allemaal woorden die met de Late Middeleeuwen (1000-1500) hebben te maken?
A
Vikingen, stadsrechten, de Hanze en de Pest
B
stadsrechten, de Hanze, Karel de Grote en kruistochten
C
de Hanze, ridders, kruistochten en de Hanze
D
Stadsrechten, kruistochten, de Hanze en de Pest

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin over een gilde is juist?
A
Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep.
B
Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht.
C
Niet alle ambachten hadden een eigen gilde.
D
Geen van de zinnen is juist.

Slide 6 - Quizvraag

Wie bepaalde of je lid mocht worden van een gilde?
A
Graaf
B
Hertog
C
ridder
D
gildemeester

Slide 7 - Quizvraag

Welk voordeel had je als je lid was van een gilde?
A
Je hoefde geen belasting te betalen
B
Bij ziekte zorgde het gilde voor je
C
Je kon goedkopere producten maken
D
Je hoefde je niet aan de regels te houden

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke Hanze hoorden de Nederlandse steden
A
De Vlaamse Hanze
B
De Duitse Hanze
C
De Friese Hanze
D
De Nederlanden hadden geen Hanze steden.

Slide 9 - Quizvraag

4. Welke bewering over de Hanze is juist?
A
De Hanze bestond op het hoogtepunt uit zo'n 300 steden, van Dublin tot Krakau
B
De Hanze was een bondgenootschap van steden in Noord-Europa die met elkaar handel dreven
C
Bij de Hanze waren ook veel Nederlandse steden aangesloten, waaronder Leeuwarden
D
Door onderlingen ruzies was de Hanze geen lang leven beschoren

Slide 10 - Quizvraag