§6.1 Opwarming van de aarde

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

  1. Uitleg veldwerkopdracht (so cijfer!)
  2. Samen lezen 6.1 + uitleg (versterkt) broeikaseffect
  3. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

§6.1 Nederland duurzaam?
  • - Je kunt uitleggen waardoor de aarde opwarmt.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze les:
- Je kunt uitleggen waardoor de aarde opwarmt.
- Je kunt uitleggen op welke twee manieren CO2-uitstoot verminderd kan worden.
- Je kunt uitleggen wat het versterkt broeikaseffect inhoudt.
- Je kunt enkele voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen benoemen
- Je kunt uitleggen wat het begrip duurzaam betekent.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom gebruikt Nederland zoveel aardgas?

Slide 11 - Open vraag

Gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen 
  • Klimaatverandering
  • Een tekort dreigt: de voorraad neemt af, terwijl de vraag toeneemt.
Oplossingen: 
  • Energiebesparing: Minder (fossiele) energie gebruiken.
  • Energietransitie: Naar gebruik van meer duurzame energiebronnen
Energietransitie
Overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen.

Slide 12 - Tekstslide

Duurzame of hernieuwbare energiebronnen
--> Raken nooit op
--> Dragen niet bij aan het broeikaseffect

  • Problemen: Duur en niet zo krachtig en betrouwbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Minder koolstofdioxide in de dampkring
- De meeste landen willen iets doen tegen de klimaatverandering. Ze hebben met elkaar afgesproken dat de aarde niet meer dan 2 °C mag opwarmen.

- In 2050 wil Nederland zelfs dat mensen helemaal geen invloed meer hebben op het klimaat -> klimaatneutraal






Slide 14 - Tekstslide

Maar hoe?
- Dit kun je  mede doen door energiebesparing. Je kunt zuiniger met energie omgaan door muren, daken, vloeren en ramen van huizen en gebouwen goed te isoleren.

- De grootste verandering is het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. 

- Energietransitie -> overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen



Slide 15 - Tekstslide

Kun je voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen?

Slide 16 - Woordweb

Belangrijkste duurzame energiebronnen
  1. Zonne-energie
  2. Windenergie
  3. Aardwarmte
  4. Waterkracht
  5. Biomassa

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vind jij kernenergie een duurzame vorm van energie?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Hebben jullie thuis energie-besparende of duurzame maatregelen? (bijv. zonnepanelen?)
A
Ja
B
Nee
C
ik weet het niet

Slide 21 - Quizvraag

Basisboeknummers
B42: weer en klimaat
B143: klimaatverandering
B147: gevolgen van klimaatverandering


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Via welke natuurlijke manier komt er extra CO2 in onze atmosfeer

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

B142 (Versterkt)broeikaseffect
  • Het natuurlijke broeikaseffect = het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring.
    ➡ broeikasgassen als koolstofdioxide (CO₂), methaan, waterdamp
  • CO2 in de lucht door verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas, steenkool)
  • Meer CO2 in de lucht ➡ versterkt broeikaseffect

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Bereken je energie footprint hier

Slide 31 - Tekstslide

Koolstofdioxide (CO2)
  • Zie B141 Koolstofkringloop
  • Mensen hebben invloed op de hoeveelheid CO2 in de lucht.
    ➡ verbranden van fossiele brandstoffen
    ➡ ontbossing
    ➡ landbouw
  • Planten, bomen en algen hebben CO2 nodig om te kunnen groeien ➡ Fotosynthese.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

De maan heeft geen dampkring, hierdoor:
A
Is het hier veel warmer als op aarde
B
Is het hier veel kouder als op aarde
C
Heeft het dezelfde temperatuur als op aarde

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video