Vormen
1 / 33
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vorm
is dit?
is dit?
A
ruit
B
vlieger
C
trapezium
D
vierkant
Slide 2 - Quizvraag
Welke vorm
is dit?
is dit?
A
ruit
B
vlieger
C
trapezium
D
vierkant
Slide 3 - Quizvraag
Welke vorm
is dit?
is dit?
A
ruit
B
vlieger
C
trapezium
D
vierkant
Slide 4 - Quizvraag
Een ruit heeft
vier zijden.
vier zijden.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Een driehoek heeft
vier hoeken.
vier hoeken.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
De zijden van een
parallellogram zijn
gebogen.
parallellogram zijn
gebogen.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Een ellips heeft
één zijde.
één zijde.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een vlieger heeft
vier rechte zijden.
vier rechte zijden.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een trapezium heeft
vier gebogen zijden.
vier gebogen zijden.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een ruit en een
vlieger zijn
hetzelfde.
vlieger zijn
hetzelfde.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
De overstaande zijden
van een vierkant
zijn evenwijdig.
van een vierkant
zijn evenwijdig.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Welke vorm zien
jullie hier?
jullie hier?
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
balk
Slide 13 - Quizvraag
Welke vorm
is dit?
is dit?
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
balk
Slide 14 - Quizvraag
Welke vorm?
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
balk
Slide 15 - Quizvraag
Welke vorm?
A
bol
B
kegel
C
cilinder
D
balk
Slide 16 - Quizvraag
Welk ruimtefiguur
heeft 0 ribben?
heeft 0 ribben?
A
bol
B
kegel
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet dit
figuur?
figuur?
A
balk
B
kubus
C
kegel
D
bol
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel grensvlakken
heeft een kubus?
heeft een kubus?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 19 - Quizvraag
Een rechthoek
is een
ruimtefiguur.
is een
ruimtefiguur.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Een cilinder heeft
meer grensvlakken
dan een bol.
meer grensvlakken
dan een bol.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Een ribbe is een
lijn tussen
twee hoekpunten.
lijn tussen
twee hoekpunten.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Een balk is
hetzelfde als
een kubus.
hetzelfde als
een kubus.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Hoe heet dit
figuur?
figuur?
A
balk
B
kubus
C
kegel
D
bol
Slide 24 - Quizvraag
Hoeveel ribben
heeft een balk?
heeft een balk?
A
4
B
6
C
8
D
12
Slide 25 - Quizvraag
Hoe heet
dit figuur?
dit figuur?
A
kegel
B
bol
C
cilinder
D
piramide
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet
dit figuur?
dit figuur?
A
kegel
B
bol
C
cilinder
D
piramide
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel gebogen
grensvlakken heeft
een bol?
grensvlakken heeft
een bol?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 28 - Quizvraag
Hoeveel grensvlakken
heeft een cilinder?
heeft een cilinder?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 29 - Quizvraag
Dit is een
scherpe hoek.
scherpe hoek.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Dit is een
stompe hoek.
stompe hoek.
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Deze hoek
is 90 graden.
is 90 graden.
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Deze hoek is 180 graden.
A
waar
B
niet waar
