2.4 Formules maken bij grafieken

Wiskunde 
Hoofdstuk 2:
Formules en grafieken

2.4 Formules maken bij grafieken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiskunde 
Hoofdstuk 2:
Formules en grafieken

2.4 Formules maken bij grafieken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Voorkennis
Theorie
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kan in een grafiek een begingetal en een stijg- / daalgetal toepassen.
- Je kan formules maken bij een grafiek.
-Je kan het stijg- en daalgetal van grafieken berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Kijk naar de grafiek.           t : tijd in uren

Wat is het begingetal?
Wat zijn de variabelen?
Wat is het stijggetal?
Wat is het daalgetal?
Wat is de formule?
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis
Kijk naar de grafiek.           t : tijd in uren

Wat is het begingetal? 60
Wat zijn de variabelen? inhoud in liters en tijd in uren
Wat is het stijggetal? strikvraag: die is er niet
Wat is het daalgetal? - 10 (per uur)
Wat is de formule? inhoud in liters = 60 - 10 x tijd in uren
klein geschreven: inhoud in liters = 60 - 10t

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Welk soort grafiek hoort er bij een lineaire formule?
A
Vloeiende kromme
B
Rechte grafiek
C
Periodieke grafiek
D
Gebogen grafiek

Slide 7 - Quizvraag

Welk getal in de formule is het stijggetal?
Aantal kopieën = 35 + 5 x minuten
A
35
B
5
C
Aantal kopieën
D
Minuten

Slide 8 - Quizvraag

Is de grafiek die bij de formule hoort een stijgende of een dalende grafiek?
Aantal flesjes = 40 - 6 x aantal weken
A
Stijgend
B
Geen van beide
C
Dalend
D
Ik kan het niet aflezen in de formule

Slide 9 - Quizvraag

Wat moet je altijd vermelden als je een assenstelsel tekent?
A
Titel, eenheid x-as, eenheid y-as
B
Helemaal niets
C
Titel
D
De formule

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil bij een grafiek een formule schrijven. Waarmee begint de formule?
A
Staat bij de horizontale as
B
Staat bij de verticale as
C
Begingetal
D
Stijg- of daalgetal

Slide 11 - Quizvraag

staat bij de horizontale as
stijggetal
begingetal
staat bij de verticale as

Slide 12 - Sleepvraag

Welke formule heeft als begingetal 2?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten maken

Maak opdrachten van 2.4
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Kijk naar de grafiek.

Wat is het begingetal?
Wat zijn de variabelen?
Wat is het stijggetal?
Wat is het daalgetal?
Wat is de formule?
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Kijk naar de grafiek.

Wat is het begingetal? 200
Wat zijn de variabelen? afstand in km en 
tijd in minuten
Wat is het stijggetal? + 16 (minuten)
Wat is het daalgetal? strikvraag: die is er niet
Wat is de formule? afstand in km = 200 + 16t

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 19 - Tekstslide