Anatomie 2.1.2

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 2
Periode 1
Leerjaar 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie



Les 2
Periode 1
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
1. Welkom + Rapid (5 min.)
2. Lesindeling + Lesdoelen (5 min.)
3. Herhaling zintuigen (5 min.)
4. Anatomie van het oog (45 min.)
5. Zelf aan de slag (25 min.)
6. Huiswerk en afsluiting (5 min.) 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kunnen jullie benoemen uit welke onderdelen het oog bestaat
  • Uitleggen welke functie de verschillende anatomische onderdelen van het oog hebben


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling zintuigen
  • Zorgen voor waarneming van de omgeving
  • Zintuigcellen vangen prikkel (stimulus) van omgeving op
  • Receptor in zintuigcel vangt prikkels op
  • Prikkel wordt elektrisch signaal (receptorpotentiaal)
  • Elektrisch signaal via zenuwcellen (neuronen) naar hersenen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten sensoren
Wat
Waar
Waarom
Mechanosensoren
Oren en huid
Reageren op trillingen, druk of uitrekken
Pijnsensoren
Bijvoorbeeld in de huid
Reageren op prikkels die mogelijk schadelijk zijn en beschadiging
Thermosensoren
Bijvoorbeeld in de huid
Reageren op temperatuursverandering
Lichtsensoren
Ogen
Reageren op licht
Chemosensoren
Neus en mond
Reageren op chemische prikkels
Proprioceptoren
Spieren, pezen, gewrichten, evenwichtsorgaan
Reageren op stand van het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Mechanosensoren reageren bijvoorbeeld op geluidstrillingen

Pijnsensoren zijn vrije zenuwuiteinden en het kan hierbij gaan om mechano-/chemo-/ en thermosensoren. Hoe sterker de pijnprikkel, hoe heviger de pijn

Lichtsensoren hebben een specifiek bereik: UV-licht en infrarood valt hierbuiten

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functie van het oog
Zintuig: vangt lichtprikkels op en stuurt deze via oogzenuw (nervus opticus) naar hersenen

Kwetsbaar!
- Oogkassen, oogleden en wimper

Slide 8 - Tekstslide

Het oog bevindt zich in de oogkas en is circa 2.3 cm in doorsnee. Doordat het oog uit relatief zachte materialen bestaat, is het kwetsbaar voor beschadigingen. De oogkas heeft dan ook vooral een beschermende functie. In de oogkas zitten gaten en spleten om alle zenuwen en bloedvaten door te laten.

Ook de oogleden en de wimpers beschermen het oog. 
- oogleden: tegen stof en licht, afsluiting tijdens slaap
- Wimpers: beschermen tegen kleine stofjes, tastgevoelig, sluiten in reflex bij aanraking, talg om uitdroging te voorkomen
Drie lagen van het oog
1. Harde oogrok (sclera)

Zorgt voor:
  • Bescherming en stevigheid
  • Omgeven door slijmvlies
      (conjunctiva)
  • Doorzichtig aan voorkant
      -> hoornvlies (cornea)

Slide 9 - Tekstslide

Het hoornvlies is doorzichtig en zorgt ervoor dat het licht doorgelaten wordt en dat de lichtstralen van richting veranderen doordat zij op het hoornvlies breken
- veel pijnzintuigen
Drie lagen van het oog
2. Druifvlies (uvea)

Bestaat uit:
  • Vaatvlies 
  • Regenboogvlies (iris)
  • Pupil
  • Straallichaam 


Slide 10 - Tekstslide

Vaatvlies zorgt voor bloedtoevoer

Regenboogvlies (iris): gekleurde deel van het oog, verkleint en vergroot pupil
- veel pigmentcellen: donkere ogen
- veel licht: kleine pupil

straallichaam is de plek waar de spieren van de lens verbonden zijn aan de buitenkant van het oog
- maakt kamervocht aan
Drie lagen van het oog
3. Netvlies (retina)




Slide 11 - Tekstslide

Receptoren om het licht op te vangen
- prikkel wordt een elektrische impuls die via de oogzenuw naar de hersenen gaat
Staafjes en kegeltjes

Slide 12 - Tekstslide

Staafjes: beweging en zwart-wit -> minder scherpe waarneming (denk maar aan kijken in het donker)

Kegeltjes: kleuren en details -> zeer scherpe waarneming
Drie lagen van het oog
3. Netvlies (retina)


Gele vlek (macula)

Blinde vlek (papil)



Slide 13 - Tekstslide

Gele vlek: veel kegels -> kun je het scherpst mee zien (ligt recht achter de pupil)

Blinde vlek: netvlies gaat over in de oogzenuw -> geen staafjes/kegeltjes en kan dus niks zien

Even in de herhaling...

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel lagen bestaat het oog?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk nummer wordt de lens aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
12

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft nummer 6 aan?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde oogrok
D
Hoornvlies

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hoornvlies is onderdeel van de harde oogrok
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk nummer wordt de blinde vlek aangegeven?
A
5
B
7
C
9
D
11

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Start Expert College: Zintuiglijk stelsel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Verder met: Expert College AF Zintuiglijk stelsel 
Maken: Lijst met moeilijke termen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies