2.1 Steden worden steeds belangrijker

2.1 Steden worden steeds belangrijker
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 Steden worden steeds belangrijker

Slide 1 - Tekstslide

Neem je aantekenschrift en schrijf vier dingen op waaraan je een stad kunt herkennen.
Doe dit in stilte.

Slide 2 - Tekstslide

3 kenmerken van een stedelijk gebied:
1. hoge bevolkings- en bebouwingsdichtheid, er is veel hoogbouw.
2. grote variatie in welvaart, opleidingsmogelijkheden en cultuur.
3. grote variatie aan voorzieningen dicht bij elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Landelijk gebied: gebied met een lage bevolkings- en bebouwingsdichtheid en weinig variatie in voorzieningen.

Slide 4 - Tekstslide

Waar lagen de eerste steden?

Slide 5 - Tekstslide

Gelegen aan het water.
In de middeleeuwen herkende je een stad aan de grote muren.

Slide 6 - Tekstslide

Maastricht vroeger
Restanten van de stadsmuur

Slide 7 - Tekstslide


Tegenwoordig is het moeilijk om een ​​stad te herkennen:
IJsland - 500 inwoners
Japan - 50.000 inwoners

Slide 8 - Tekstslide

Megastad, wereldsteden en hoofdsteden

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende steden
Er zijn veel verschillende soorten steden, namelijk: Een hoofdstad, megastad, wereldstad
Een megastad heeft meer dan 10 miljoen inwoners. 

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende steden
Een hoofdstad is vaak de belangrijkste stad van een land. Het kan zijn dat een hoofdstad samen valt met een megastad en een wereldstad, zoals London en Tokyo.

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende steden
Een wereldstad heeft veel inwoners en is voor een groot deel van de wereld erg belangrijk. 
Belangrijk centrum op gebied van economie, cultuur en politiek

Slide 12 - Tekstslide


3 soorten steden

1. Megastad: + 10 miljoen inwoners.


2. Wereldstad: stad die wereldwijd belangrijk is. Economisch, cultuur en politiek.  


3. Hoofdstad: belangrijkste stad, waar meestal de regering zetelt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk: 2.1 opdr 2

Slide 15 - Tekstslide




3.2 The world of the big city PT 2

Slide 16 - Tekstslide

You need a pen and your notebook.

Slide 17 - Tekstslide

Take a look at the handout. 

You are going to exchange information with your partner about two different capital cities, after this you have to compare these.

First read the information, secondly take turns in telling your partner about your city (use your OWN words!).
After this you have to work together to complete the sentences written on your handout.
 Is the information about the city not clear? Ask each other! 

Slide 18 - Tekstslide




Do you remember the fourth characteristic of a city?

Slide 19 - Tekstslide

Open your notebook
Create 3 columns.
Write above the first one: activity,
write above the second one: how long you have to travel,
and above the third one: how long you would like to travel.

Slide 20 - Tekstslide


In the following slide, you'll discover a list of activities.

Write these activities in the first column.
 

Slide 21 - Tekstslide

School
Supermarket
Sports (e.g. soccer, hockey..)
Cinema
Swimming pool
Fast food chain
Clothing store / shoe store
Refrigerator

Slide 22 - Tekstslide

Go to LessonUp.App,
enter the provided code,
use a combination of both your names (yours and your partner's)

Slide 23 - Tekstslide

Which statement is correct?
A
Cities have 5000 inhabitants
B
A country can only have 1 world city
C
Cities have a high building density compared to the area around it
D
The labor force mainly works in the quaternary sector

Slide 24 - Quizvraag

What is a mega city?
A
A city with 8 million inhabitants
B
A city with more than 10 million inhabitants
C
Many inhabitants and important for a large part of the world
D
A city with a lot of culture, politics and economy

Slide 25 - Quizvraag

Can a city be a capital, metropolis and a mega city at the same time?
A
Yes
B
No

Slide 26 - Quizvraag


3 types of cities

1. Mega city: + 10 million inhabitants


2. Metropolis: large and important on a world level. Economy, culture and politics.


3. Capital city: administrative center of a country

Slide 27 - Tekstslide

Site & Situation
Site: The geographical location of a city and the reasons behind it (fertile/by the sea/trade route/river/etc.)
Situation: The geographical location of a city, in relation to the surrounding area and other places/cities (Paris in the 'middle' of France, good connections)

Slide 28 - Tekstslide

Grab an iPad and your notebook:
Describe the site and situation of:
Paris + London + Amsterdam

(tip: take a look in your TB p55)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

developed country vs developing country

Slide 31 - Tekstslide

Developed country

Urban network
(connected by roads)

Slide 32 - Tekstslide

Developing country - Primate City

Slide 33 - Tekstslide

Colonial twin city
During the time of colonialism, Europeans traveled all over the world. They founded new cities on the coast of the colonies.


This is how 'double' / 'twin' cities were created We call this a colonial twin city.
Consists of a Western and a non-Western district.


Slide 34 - Tekstslide