§2.2 Afronden

§2.2 Afronden
§2.1
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§2.2 Afronden
§2.1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Doel van de les
  • Voorkennis activeren
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

... kun je decimale getallen afronden.
... kun je afronden naar 'ronde' getallen. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis activeren

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Wat weten we al?
  • Waarde van cijfers
  • Grote getallen (t/m biljoenen)
  • Delers en veelvouden
  • Even en oneven getallen
  • Decimale getallen

Slide 5 - Tekstslide

Welke uitspraak is juist?
A
Een cijfer en een getal zijn hetzelfde.
B
In het getal 392 heeft het cijfer 3 een waarde van 30.
C
Er zijn maar 10 cijfers.
D
Oneindig is een getal.

Slide 6 - Quizvraag

Welke waarde heeft het cijfer 7 in het getal 7 933 520 000?

Slide 7 - Open vraag

Hoe spreek je het onderstaande getal uit?
8 300 000
A
Acht miljoen driehonderd duizend
B
Drieëntachtig miljoen
C
Acht komma drie miljoen
D
Drieëntachtig

Slide 8 - Quizvraag

Welk onderstaande getal is een deler van 14?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 9 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
Oneven getallen hebben geen delers
B
Even getallen zijn altijd veelvouden van twee
C
1, 3, 5 en 7 zijn voorbeelden van even getallen
D
Decimale getallen kunnen ook delers zijn

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel decimalen heeft het getal 13,94822? Antwoord is een getal!

Slide 11 - Open vraag

Afronden decimale getallen
Omdat je soms hele lange antwoorden 
krijgt op je rekenmachine, ronden we af 
op een aantal decimalen. 



0,3820404

Slide 12 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Omdat je soms hele lange antwoorden 
krijgt op je rekenmachine, ronden we af 
op een aantal decimalen. 

Hoe moet je 0,3820404 afronden?



0,3820404

Slide 13 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden?



0,3820404

Slide 14 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 2 0 4 0 4

Slide 15 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 2 0 4 0 4

Slide 16 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 2 0 4 0 4

Slide 17 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 

Slide 18 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden?



128,952932

Slide 19 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 8 , 9 5 2 9 3 2

Slide 20 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 8 , 9 5 2 9 3 2

Slide 21 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 8 , 9 5 2 9 3 2

Slide 22 - Tekstslide

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 9 , 0

Slide 23 - Tekstslide

Rond 1,50274 af op één decimaal. Welk antwoord is juist?
A
1,4
B
1,5
C
1,49
D
1,50

Slide 24 - Quizvraag

Rond 1,496953 af op twee decimalen. Welk antwoord is juist?
A
1,49
B
1,50
C
1,51
D
1,497

Slide 25 - Quizvraag

Afronden op ronde getallen
Omdat we het makkelijker vinden om 'ronde getallen' te gebruiken, ronden we grote getallen vaak af op:
  • honderdtallen
  • duizendtallen
  • tienduizendtallen
  • ...

Slide 26 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen
Rond 6 639 af op een duizendtal. 

Slide 27 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen
Rond 6 639 af op een duizendtal. 
6 639

Slide 28 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen
Rond 6 639 af op een duizendtal. 6 639 ligt dichter bij 7 000 dan bij 6 000. We ronden dus af naar 7 000. 
6 639

Slide 29 - Tekstslide

Rond 93 252 af op duizendtallen. Welk antwoord is juist?
A
93 000
B
90 000
C
94 000
D
100 000

Slide 30 - Quizvraag

Rond 951 af op honderdtallen. Welk antwoord is juist?
A
900
B
950
C
1000
D
1100

Slide 31 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten van §2.2:

Opdracht 28 t/m 38






    
                                               

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoel
check

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

... kun je decimale getallen afronden.
... kun je afronden naar 'ronde' getallen. 

Slide 34 - Tekstslide

Lesdoelen:
Ik kan decimale getallen afronden.
Ik kan grote getallen afronden naar ronde getallen.

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
2.1:
Vanaf blz. 70: opdrachten 2, 3, 5, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 22, 23, 25, 26

2.2:
Opdrachten 28 t/m 43




timer
25:00

Slide 37 - Tekstslide

Tot de volgende keer

Slide 38 - Tekstslide