MA KB 5.1 communicatie

Dit hoofdstuk: Media

5.1 Communicatie



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dit hoofdstuk: Media

5.1 Communicatie



Slide 1 - Tekstslide

Maak deze quiz en kom er achter ofdat jij digitaal in balans bent
https://www.alle-tests.nl/gezondheidstesten/computer-social-media-verslaving/quiz31/1523262231/ben-ik-social-media-verslaafd

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de uitkomst van jouw zelftest?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Klopt dit bij jou?
A
Ongeveer wel
B
(Veel) meer
C
(Veel) minder
D
Anders

Slide 5 - Quizvraag

Deze les:

Wat is communicatie

Wat is het verschil tussen verbaal of nonverbale communicatie

Wat is het verschil tussen eenzijge of tweezijdige communicatie

Wat is het verschil tussen persoonlijke of massale communicatie

Wat zijn de 4 functies van media

Slide 6 - Tekstslide

Pak blz. 104/105 van je werkboek voor je

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn verschillende vormen van communicatie


Communicatie: het doorgeven en ontvangen van informatie





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verbale en non-verbale communicatie


  • verbale communicatiegesproken of geschreven woorden (ongeveer 10%)

  • non-verbale communicatie:lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen 
(ongeveer 90%)

Slide 10 - Tekstslide

Eenzijdig of tweezijdige communicatie

Eenzijdig: je ontvangt alleen informatie en kan niet reageren



Tweezijdig: Je bent tegelijkertijd zender en ontvanger

Slide 11 - Tekstslide

Medium: het middel waarmee je communiceert (whatsapp, telefoon, tv)





Slide 12 - Tekstslide

Persoonlijk of massale communicatie

Persoonlijk: één zender en één ontvanger


Massacommunicatie: meerdere ontvangers, zoals televisiezenders of kranten ( lezen of kijken heel veel mensen naar).


Massamedia: Media die een groot publiek bereiken zoals Tv, kranten, websites, radio, instagram etc 


De gemiddelde Nederlander is per dag ongeveer 8 uur bezig met massamedia!



Slide 13 - Tekstslide

Waar gebruiken we media eigenlijk allemaal voor?

Slide 14 - Tekstslide

Waar gebruiken we media voor:

  1. Kennis en nieuws: vb NOS of Buienradar
  2. Ontspanning: vb. Netflix, Studio Sport kijken
  3. Contact: vb. appen
  4. Laten zien wie je bent/wil zijn: vb. Insta, TikTok (als je op zoek gaat naar een serieuze baan). 

Slide 15 - Tekstslide

Waar gebruik jij de media het meeste voor?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
contact
D
laten zien wie je bent

Slide 16 - Quizvraag

5

Slide 17 - Video

Welk massamedium gebruik jij het meeste?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Mediawijsheid
> Voorzichtig bent met het delen van gegevens
> Kritisch zijn op wat je ziet hoort

Let erop: hoe betrouwbaar is de bron en dus de informatie?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Ik ben mediawijs:
A
Ja!
B
Best wel
C
Niet echt
D
Helemaal niet!

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten:
Maak in  je boek of in de online methode (te vinden via magister)
Opdracht 1 + 2 + 4 + 5 + 7

Slide 23 - Tekstslide