Ser of estar

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


La diferencia

Libro página 33
SER o ESTAR

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

SER o ESTAR

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de vertaling van de werkwoord "Ser" naar de juiste plek!
(ik ben)
zij is
hij is
wij zijn
jij bent
jullie zijn
u bent
zij zijn
nosotros somos
yo soy
él es
ellos-ellas - ustedes son
ella es
vosotros sois
tú eres
usted es

Slide 6 - Sleepvraag

Estar: zijn (zich bevinden)
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
estoy
 estás
 está
estamos
estáis
están

Slide 7 - Sleepvraag

Juan ....alto.
A
es
B
está
C
son
D
estás

Slide 8 - Quizvraag

Juan ..... en Barcelona
A
es
B
está

Slide 9 - Quizvraag

Yo ........ María
A
soy
B
estoy

Slide 10 - Quizvraag

Yo ........ bien.
A
soy
B
estoy

Slide 11 - Quizvraag

Este .......... mi bicicleta
A
es
B
está

Slide 12 - Quizvraag

El café ...... frío.
A
es
B
está

Slide 13 - Quizvraag

El libro ....... en el armario
A
es
B
está

Slide 14 - Quizvraag

Mi padre ......... profesor de inglés
A
es
B
está

Slide 15 - Quizvraag

Sevilla ..... una ciuda muy bonita.
A
es
B
está

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal: Wij zijn studenten

Slide 17 - Open vraag

Vertaal: Wij zijn in Haarlem

Slide 18 - Open vraag

Beantwoord: ¿Cómo estás?

Slide 19 - Open vraag

Ik kan zinnen maken met ser of estar (op de juiste manier)
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll