VIP Lesonderwerp 10

Begeleiden zorgvrager 
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’
Begeleiden zorgvrager lesonderwerp 10
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden zorgvrager 
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’
Begeleiden zorgvrager lesonderwerp 10
‘Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
  • Religies/levensbeschouwingen : Christendom/ Jodendom/Islam/Boeddhisme/ Hindoeïsme en Humanisme
  • Rituelen rondom sterven, dood, en afscheid binnen de verschillende religies/ levensbeschouwing en wat deze rituelen betekenen
  • De taken van de verpleegkundige/verzorgende voor wat betreft de zorgverlening in de pre-terminale, terminale, stervensfase en na het overlijden binnen de religies/ levensbeschouwing
  • De rol van familie, mantelzorg, vrienden bij de rituelen
  • De zorg voor de sociale omgeving van de stervende door de verpleegkundige/verzorgende binnen deze religies/levensbeschouwing

Slide 2 - Tekstslide

‘Begeleiden bij zingeving en
ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s’

Boek Begeleiden Thema 11 Hoofdstuk ‘Begeleiding bij zingeving en ethiek’
Boek Persoonlijke Basiszorg 2 Thema 5 Hoofdstuk ‘Terminale zorgvragers:
zorgrelatie en dilemma’s’

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Weet wat Ethiek/ Zorgethiek ( menslievende zorg/ compassievolle zorg) is
  • Weet wat ethische vraagstukken, ethische dilemma’s zijn en kent het verbeter stappenplan
  • Weet wat de beroepscode, het beroepsprofiel, de beroepsethiek over de rol van de verzorgende/verpleegkundige in de zorg en begeleiding van zorgvragers en naasten zegt
  • Kent de organisatie NVVE, het Expertise centrum Euthanasie, standpunten, doelen en werkwijze
  • Kent de volgende begrippen en weet wat deze inhouden:  Abstineren/ Palliatieve sedatie/  Palliatieve dehydratie of versterven/ STED/ Terminale pijnbestrijding/ Hulp bij zelfdoding/ Euthanasie/Zorgvuldigheidseisen/ Wilsverklaringen

Slide 4 - Tekstslide

Ethiek
 Ethiek (Grieks: èthos, gewoonte of zedelijke handeling) of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning over het juiste handelen.

In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden gekwalificeerd, en om de motieven en consequenties van deze handeling te kunnen evalueren.

Het stellen van vragen over ethiek is ook in andere studiegebieden zoals politiek, geneeskunde, geschiedenis, biologie en sociologie soms onderwerp van discussie.

 In de ethiek vraagt de filosoof zich af wat de uiteindelijke norm is voor het menselijk handelen. Hoewel in de omgangstaal ’ethisch’ in de betekenis van ’moreel’ wordt gebruikt, gaat het om twee verschillende gebieden: ’moraal’ is het zedelijk handelen zelf, terwijl ethiek de studie ervan is. Er zijn drie kennisgebieden waarin ethiek een belangrijke rol speelt: de wijsbegeerte, de
theologie en de medische wetenschap.’ 

Slide 5 - Tekstslide

Vragen waar Ethiek zich over buigt
  • Mag de echtgenoot van een comapatiënt besluiten over haar euthanasie, ook als haar familie erop tegen is? 
  • Euthanasie bij voltooid leven, bij psychisch lijden
  • Mogen dieren gebruikt worden in laboratoria die medicijnen ontwikkelen? (de discussie rond dierproeven)
  • Mag een persoon worden afgeluisterd, als maar gedacht wordt dat hij "terrorist" zou kunnen
  • worden/zijn?
Anderzijds houdt ethiek zich ook bezig met algemenere vragen zoals:
"Wat is rechtvaardigheid?" 
 "Moet men een handeling afwegen aan de hand van haar gevolgen of telt net de intentie?"
"Wanneer is een persoon verantwoordelijk voor zijn daad?“

Slide 6 - Tekstslide

Binnen de toegepaste ethiek wil men de morele principes, uitgewerkt in de
verschillende theorieën, toepassen op specifieke praktische problemen en maatschappelijke toestanden. Voorbeelden zijn de milieuproblematiek,
dierenrechten en de bio-ethiek.
Bio-ethiek: Deze
houdt zich bezig met alle ethische vragen die ontstaan bij de verschillende medisch-ethische kwesties of ingrepen in het menselijke leven. Onderwerpen
zijn zo bijvoorbeeld abortus, euthanasie, genetische verbetering en draagmoederschap.

Slide 7 - Tekstslide

Zorgethiek
Zorgethiek is een benadering in de ethiek die de zorg van mensen voor elkaar als uitgangspunt neemt.

Doel van het bestaan is dat mensen samen zorgen voor een leefbare wereld door middel van een web van wederkerige relaties.

Erkenning van het feit dat ieder mens als gevolg van zijn of haar lichamelijkheid en kwetsbaarheid afhankelijk is van de zorg.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zorgen=
  • zorgen is een medemenselijke betrekking
  • zorgen is praktisch inspelen op iemands behoeftigheid / afhankelijkheid
  • doel van zorgen is niet een ziek onderdeel oplappen maar de ander niet alleen laten in zijn/ haar lijden

Slide 10 - Tekstslide

Menslievende zorg
“Professionaliteit op basis van menslievendheid“
Menslievende zorg geeft mensen het gevoel dat ze ertoe doen, het is de tegenpool van zorg als product

Slide 11 - Tekstslide

Goede zorg
Goede zorg komt tot stand doordat de zorgverlener  afstemt op de concrete zorgvrager en een betrekking aangaat ook als deze heel kort van duur is.

Slide 12 - Tekstslide

Keuze en dilemma
Keuze
Een keuze wil zeggen dat er twee of meer
mogelijkheden zijn waaruit je kiest.
Vaak kies je zonder erbij na te denken.
Dilemma
Bij een dilemma hebben alle mogelijkheden
waaruit je kunt kiezen wel bezwaren.
Bij een dilemma moet je afwegen wat
uiteindelijk het minst nadelig is.
Het gaat om de vraag wat rechtvaardig is.

Slide 13 - Tekstslide

Normen
 zijn concrete richtlijnen voor het handelen die worden opgesteld om
bepaalde waarden te kunnen bereiken (bijvoorbeeld ‘je mag niet roken in
openbare gebouwen’).

Slide 14 - Tekstslide

Waarden

zijn de idealen die nastrevenswaardig zijn (bijvoorbeeld
‘gezondheid is het hoogste goed’).

Slide 15 - Tekstslide

Beroepsethiek
bestaat uit de normen en waarden die leidend zijn in het dagelijks handelen van een zorgverlener.

Beroepsethiek is de verzameling standpunten over ethiek in de beroepsuitoefening die wordt
ontwikkeld binnen de beroepsgroep zelf.


Slide 16 - Tekstslide

Ethiek
 Een ethische discussie gaat altijd over de achterliggende waarden. 

Een ethisch dilemma is een situatie waarin meerdere waarden tegelijkertijd in het spel zijn die tegengestelde acties voorschrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Ethische dilemma's en vraagstukken

Slide 18 - Tekstslide

Stappenplan:

Fase 1: de situatie en het dilemma
1. wat is precies de situatie?
2. wat is het ethisch dilemma / wat zijn de ethische dilemma’s? En waarom en voor wie?
3. heb je voldoende feitenkennis? (is het dossier voldoende duidelijk en worden feiten goed onderscheiden van interpretaties?)


Fase 2: de analyse
4. wat zijn jouw handelingsmogelijkheden en wat zijn daar de voor- en nadelen van?
5. welke waarden en normen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?
6. welke belangen spelen een rol in dit dilemma? Voor jou en voor betrokkenen?
7. welke artikelen van de Beroepscode spelen een rol in dit dilemma? Wat zeggen ze over dit dilemma?


Slide 19 - Tekstslide


Fase 3: de besluitvorming
8. welke rangorde van waarden, o.a. artikelen uit de Beroepscode en belangen stel je vast?
9. naar welke beslissing neig je en hoe is deze te verantwoorden?
welke alternatieven zijn er en heb je die voldoende meegewogen?
als het mij zelf betrof, zou ik de oplossing kunnen accepteren? (principe van wederkerigheid)

 

zou je andere cliënten op dezelfde wijze behandelen? (principe van gelijkheid)
heb je voldoende overlegd met collega’s? (moreel beraad)
10. wat is je besluit? Verantwoord je besluit/handelen tegenover de cliënt.

Slide 20 - Tekstslide

Compassie
Compassie komt van com = gezamenlijk en patir = lijden. 

Compassie is het vermogen om vanuit medemenselijkheid met aandacht, inzicht en daadkracht het lijden van mensen/ patiënten te kunnen zien, invoelend begrijpen en zo mogelijk verlichten

Zelfcompassie gaat over het zich openstellen voor eigen lijden en
bevat drie componenten: vriendelijkheid, verbondenheid en mindfulness.

Slide 21 - Tekstslide

Voordelen van zelfcompassie
Het verhoogt je motivatie
Het maakt je gelukkiger
Het verbetert je zelfbeeld
Het is goed voor je zelfvertrouwen
Het maakt je veerkrachtiger bij tegenslag
Het vermindert psychische stress

Slide 22 - Tekstslide

Beroepscode
De beroepscode kan een hulpmiddel zijn bij morele vragen het gaat om geschreven en ongeschreven regels waaraan je je moet houden binnen de beroepsgroep.

De verwachtingen waar je als verzorgende/ verpleegkundige aan moet voldoen, komen samen in de beroepshouding.

Slide 23 - Tekstslide

Grenzen van het beroep
De taken die verzorgenden/ verpleegkundigen mogen verrichten
Functie omschrijving afgestemd op
➢ je deskundigheid en opleiding
➢ je verantwoordelijkheden
➢ je vergoeding of salaris
Criteria om het beroep te omschrijven
▪ verantwoordelijkheid (planning en uitvoering van zorg, coördinatie en organisatie van
zorg, realiseren van randvoorwaarden)
▪ complexiteit (de mate waarin je in staat bent om als beroepsbeoefenaar problemen op
te lossen)
▪ transfer (de mate waarin je als beroepsbeoefenaar in staat bent om kennis en
vaardigheden toe te passen in verschillende situaties)

Slide 24 - Tekstslide

Wettelijke regelingen
Wet BIG ( afspraken m.b.t. bevoegdheden van diverse hulpverleners)
Wetten waarmee is vastgelegd op welke manier personen tot handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg bevoegd zijn
Bevoegd en Bekwaam

WGBO ( rechten en plichten van zorgvrager en zorgverlener met als belangrijkste doel het versterken van de positie van de zorgvrager)

Slide 25 - Tekstslide

WGBO

Volgens de WGBO hebben cliënten recht op:
  •  begrijpelijke informatie over de medische situatie
  •  toestemming geven voor een medische behandeling
  • inzage in het medisch dossier
  • privacy en geheimhouding van medische gegevens
  • vrije artsenkeuze
  • vertegenwoordiging bij wilsonbekwaamheid






De cliënt is verplicht om de zorgverlener goed, eerlijk en volledig op de hoogte stellen van zijn
problematiek. 

De WGBO regelt ook dat een arts soms zonder toestemming een medische ingreep mag doen,
bijvoorbeeld om iemands leven te redden. Soms onder dwang.

Slide 26 - Tekstslide

Standpunten en werkwijze
Expertisecentrum Euthanasie
Expertisecentrum Euthanasie begeleidt artsen bij euthanasietrajecten van hun patiënten en verleent zorg aan hulpvragers die bij hun eigen behandelaar niet terecht kunnen. Zorgvuldig en zorgzaam.

Slide 27 - Tekstslide

Standpunten
 https://expertisecentrumeuthanasie.nl/standpunten/
  • Euthanasie bij dementie
  • Belang van Wilsverklaring
  •  Euthanasie bij wilsonbekwaamheid
  • Euthanasie bij psychiatrie/ Voltooid leven

Slide 28 - Tekstslide

NVVE
De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) is er voor iedereen met vragen, twijfels en angsten rondom het levenseinde. 


De NVVE geeft voorlichting en informatie over euthanasie en hulp
bij zelfdoding, verstrekt wilsverklaringen, doet onderzoek en
organiseert, ondersteunt en faciliteert initiatieven met betrekking
tot het zelfgewilde levenseinde

Slide 29 - Tekstslide

Begripsverheldering
  • Abstineren
  • Palliatieve sedatie
  •  Palliatieve dehydratie of versterven
  • STED
  • Terminale pijnbestrijding
  • Hulp bij zelfdoding
  • Euthanasie
  •  Wilsverklaringen
  • Zorgvuldigheidseisen

Slide 30 - Tekstslide

Abstineren

Het niet instellen of staken van handelingen die naar medisch inzicht kansloos of zinloos zijn

Slide 31 - Tekstslide

Palliatieve sedatie
Palliatieve sedatie is het doelbewust
verlagen van het bewustzijn van een patiënt die zich in de laatste levensfase bevindt door middel van het toedienen van sedativa soms in combinatie met pijnstilling
Doel: Verlichten van ernstig lichamelijk of psychisch lijden zonder het leven te bekorten



Slide 32 - Tekstslide

Aandachtspunten sedatie
  • De zorg gaat door (katheter, wisselligging)
  • Patiënt kan wakker worden
  • Hoofddoel is het comfortabel zijn
  • Bereikbaarheid/ overdracht arts die tot sedatie heeft besloten

Slide 33 - Tekstslide

Versterven/palliatieve dehydratie
Natuurlijk versterven
Versterven kan worden omschreven als het natuurlijke proces van uitdrogen in de laatste levensfase. De stervende patiënt gaat steeds minder eten en drinken, omdat het lichaam daaraan geen behoefte meer heeft. Het lichaam droogt vervolgens uit, de patiënt wordt steeds suffer en komt te overlijden
Bewust versterven
Versterven kan ook omschreven worden als een wijze van sterven, waarvoor bewust wordt gekozen. Sommige artsen en organisaties wijzen namelijk op deze mogelijkheid, wanneer bijvoorbeeld de patiënt een huisarts heeft die niet wil meewerken aan euthanasie. In dat geval kan de patiënt besluiten om te stoppen met eten en te drinken, waarbij hij of zij spoedig door uitdroging zal overlijden. 

Slide 34 - Tekstslide

STED
Stoppen met Eten en Drinken
Bij versterven gaat iemand geleidelijk minder eten en drinken omdat hij terminaal ziek of heel oud is of vergevorderde dementie heeft
De patiënt heeft gewoon geen trek meer in eten, geen behoefte om te drinken.
Versterven is geen actieve keuze

Bij Sted kiest iemand vrijwillig en uit overtuiging voor deze manier om het
levenseinde te bespoedigen

Slide 35 - Tekstslide

Terminale pijn bestrijding
Terminale pijnbestrijding is het verstrekken van noodzakelijk medicijnen ter bestrijding van pijn en/of benauwdheid in de terminale fase (onomkeerbaar falen van vitale
functies), indien noodzakelijk in opklimmende doses.

Slide 36 - Tekstslide

Hulp bij zelfdoding
Hulp bij zelfdoding is het op uitdrukkelijk verzoek van
betrokkene het verstrekken van middelen waarmee het
leven humaan kan worden beëindigd

Slide 37 - Tekstslide

Bij hulp bij zelfdoding is sprake van handelen:

  • Dat het leven opzettelijk beëindigt
  • Op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt
  • Door de patiënt zelf
  • Hulp bij zelfdoding valt onder dezelfde regels als euthanasie: alleen een arts mag hulp bij zelfdoding geven en alleen onder strikte voorwaarden

Slide 38 - Tekstslide

Euthanasie
  • Een uiterste vorm van stervenshulp door een arts, bestaande uit een handelen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt waarvan de dood het oogmerk en het gevolg is.
  • Bij euthanasie wordt het leven van een patiënt op een waardige manier beëindigd door het toedienen van medicijnen
  • Euthanasie is altijd uit vrije wil, een patiënt vraagt en de arts voert de euthanasie uit
  • Volgens de Nederlandse wet mag dat bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Euthanasie en Hulp bij zelfdoding
  • Bij hulp bij zelfdoding neemt de patiënt zelf, in bijzijn van de arts, een dodelijke drank in
  • De arts is aanwezig om het middel persoonlijk te overhandigen
  • Hij blijft bij de patiënt tot de dood is ingetreden
  • Als het drankje niet binnen redelijke tijd de dood tot gevolg heeft, moet de arts alsnog een dodelijke injectie geven
  • Bij euthanasie dient de arts via een injectie of een infuus een middel toe dat de patiënt in een diepe bewusteloosheid brengt
  • Daarna wordt een spierverslapper toegediend waardoor de ademhalingsspieren verlammen en de dood intreedt
  • Net als bij euthanasie moet de arts de hulp bij zelfdoding melden bij de gemeentelijke lijkschouwer

Slide 41 - Tekstslide

Zorgvuldigheidseisen, de arts moet:
  1. ervan overtuigd zijn dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt;
  2. ervan overtuigd zijn dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt;
  3. de patiënt informeren over de situatie waarin deze zich bevindt en over diens vooruitzichten;
  4. met de patiënt tot de overtuiging komen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is;
  5. ten minste één andere, onafhankelijke arts raadplegen, die de patiënt ziet en schriftelijk zijn oordeel geeft over de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 4;
  6. de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding op medisch zorgvuldige wijze uitvoeren.

Slide 42 - Tekstslide

Toetsing door onafhankelijke arts
  • Een van de zorgvuldigheidseisen in de wet is dat de behandelend arts ten minste één onafhankelijke arts raadpleegt
  • Dat betekent dat deze arts niet betrokken is bij de behandeling van de patiënt, noch een (persoonlijke) band heeft met de behandelend arts of de patiënt
  • De onafhankelijke arts (consulent) moet de patiënt persoonlijk zien en beoordelen of de arts die het verzoek om levensbeëindiging overweegt, aan de zorgvuldigheidseisen voldoet
  • De consulent doet hiervan schriftelijk verslag
  • Ook bij een verslag met een negatief oordeel, mag de arts tot uitvoering over gaan (in de praktijk gebeurt dit zelden)


Slide 43 - Tekstslide

Scen arts
  • In Nederland is een netwerk opgebouwd van artsen die zijn getraind om deskundige    consultatie te verlenen
  • Dit netwerk heet SCEN, oftewel Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland en     is verbonden aan artsenfederatie KNMG
  • De behandelend arts is niet verplicht gebruik te maken van een SCEN-arts
  • De arts die het verzoek om levensbeëindiging overweegt kan ook zelf een
      onafhankelijke arts zoeken
  • Alleen de behandelend arts kan een onafhankelijk arts inschakelen

Slide 44 - Tekstslide

Wilsverklaring
In een schriftelijke wilsverklaring is het mogelijk om je wensen op medisch gebied vast te leggen

Je stelt deze wilsverklaring op voor een situatie waarin je je wensen niet
meer kenbaar kunt maken

Slide 45 - Tekstslide

Rol verpleegkundige in algemeen
  • Overleg
  • Alternatieven behandeling bij symptomen
  • Mogelijkheden hoe sedatie techniek uit te voeren
  • Begeleiden familie, rust bij het thuisfront
  • Aandacht voor draagkracht van mantelzorg
  • Zicht houden op verhogingen
  • Toezicht op techniek
  • Ervaring - deskundigheid

Slide 46 - Tekstslide

Rol verpleegkundige bij euthanasie 
‘Een vuistregel is om je rol beperkt te houden tot de voorbereidingshandelingen, maar geen actieve rol aan te nemen in het daadwerkelijk uitvoeren van de euthanasie. Verricht alleen de handelingen die vooraf gaan aan de handelingen van de arts om het leven van de patiënt te beëindigen. 
En luister vooral naar je niet-pluis-gevoel.’

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Afronding begeleiden
  • Wat is begeleiden
  • De zorgvrager leren kennen
  • De sociale omgeving van de zorgvrager
  • Begeleidingsmethodieken
  • Ondersteunen van een zorgvrager bij verliesverwerking
  • Palliatieve zorg, terminale zorg Vroeg signalering in de palliatieve zorg
  • Zorg en begeleiding aan de zorgvrager in de (pre)terminale en de stervensfase en na het overlijden- Begeleiden van familie/naasten bij verliesverwerking - Zorg voor collega
  • verzorgenden binnen de palliatieve en terminale zorg
  • Zorg, communicatie en rituelen rondom sterven, dood en afscheid nemen binnen de diverse culturen
  • Begeleiden bij zingeving en ethiek, zorgvuldig handelen bij ethische dilemma’s

Slide 49 - Tekstslide