Klas 2 Landen en voorzetsels

Namen van landen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Namen van landen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Frankrijk
Spanje
Verenigde Staten
Nederland
België
Turkije
la Turquie
Les Etats-Unis
la France
la Belgique
l'Espagne
les Pays-Bas

Slide 3 - Sleepvraag

Vrouwelijk
(eindigt op een -e)
Meervoud
(eindigt op -s of -x)
Mannelijk
(eindigt op iets anders dan -s, -x of -e)
la Tunisie
le Portugal
l'Angleterre
les Etats-Unis
l'Allemagne
les Pays-Bas
le Danemark
le Maroc

Slide 4 - Sleepvraag

In/naar + steden
Tu habites où?
J'habite à New York.
J'habite à Paris.
J'habite à Eindhoven.

>> Het voorzetsel à gebruik je dus voor alle steden

Slide 5 - Tekstslide

In/naar + landen
Tu habites où?
J'habite aux Pays-Bas.
J'habite en Espagne.
J'habite au Maroc.

> 3 voorzetsels mogelijk! Kijk altijd waar het land op eindigt om te weten wat je moet kiezen (aux, en, au).

Slide 6 - Tekstslide

Je suis (in) _____ Allemagne.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 7 - Quizvraag

Je vais (naar) _____ Rotterdam.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 8 - Quizvraag

Je suis (in) _____ Suède.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 9 - Quizvraag

Je vais (naar) _____ Maroc.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 10 - Quizvraag

Je vais (naar) _____ Etats-Unis.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 11 - Quizvraag

Je vais (naar) _____ Londres.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 12 - Quizvraag

Elle est (in) ________ Danemark.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 13 - Quizvraag

Elle est (in) ________ Belgique.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal
Ik ben in Parijs.

Slide 15 - Open vraag

Ik winkel in Barcelona.

Slide 16 - Open vraag

Hij is in Marokko.

Slide 17 - Open vraag

Zijn jullie in Frankijk?


Slide 18 - Open vraag