Modalverben: können, dürfen, müssen und wissen

Modalverben:
können, dürfen, müssen und wissen
kunnen, mogen, moeten (het kan niet anders) en weten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerroute 2Leerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Modalverben:
können, dürfen, müssen und wissen
kunnen, mogen, moeten (het kan niet anders) en weten

Slide 1 - Tekstslide

Was .... du von diese Geschichte?
A
wisst
B
wiss
C
weißt
D
weiß

Slide 2 - Quizvraag

(mogen) .... ihr auch ins Kino (bios) gehen?

Slide 3 - Open vraag

(kunnen) .... du das für mich aufschreiben?

Slide 4 - Open vraag

(moeten) .... Sie morgen zum Zahnarzt (tandarts)?

Slide 5 - Open vraag

Das Mädchen .... (weten) viel über Ostdeutschland.

Slide 6 - Open vraag

Ich .... (moeten) unbedingt zur Toilette.

Slide 7 - Open vraag

Wir .... (kunnen) schon seit vier Jahre Autofahren.

Slide 8 - Open vraag

(mogen) .... er hier parken (parkeren)?

Slide 9 - Open vraag

zij weet

Slide 10 - Open vraag

jullie kunnen

Slide 11 - Open vraag

jij moet

Slide 12 - Open vraag

u weet

Slide 13 - Open vraag