Grammatica Amalia 11/05

Afkortingen en apostrof
Hoofdletter: begin van een zin, aardrijkskundige namen, ...

Meervoud: woord met klinker op het einde , bv. Eskimo - Eskimo's = + 's

Apostrof woorden oud - Nederlands, bv. des avonds - 's avonds

Koppelteken: klinkerbotsing, ...
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Afkortingen en apostrof
Hoofdletter: begin van een zin, aardrijkskundige namen, ...

Meervoud: woord met klinker op het einde , bv. Eskimo - Eskimo's = + 's

Apostrof woorden oud - Nederlands, bv. des avonds - 's avonds

Koppelteken: klinkerbotsing, ...

Slide 1 - Tekstslide

Afkortingen

Veel gebruikte woorden worden soms afgekort.
Je schrijft het woord kort, maar je zegt het wel voluit.

Ik ben op bladzijde 14.
Ik ben op blz. 14.
Andere voorbeelden: circa (ca.), onder andere (o.a.), ...


Afkortingen zonder punt.

1) Maateenheden

meter - m
centimeter - cm
kilogram - kg
hoogte - h
hectare - ha

2) Dagen worden zonder hoofdletter en punt afgekort, bv. ma, di, woe, …
bijvoeglijk naamwoord bijv. nw.
circa (ongeveer) ca.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Woorden met voor - en achtervoegsel
Loos= zonder
Baar= wel
Ling= enkel
Baar= bruikbaar, beweegbaar
Zaam= bruikbaar
Op ie/ië --> isch

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Verleden tijd
1) Met klankverandering: de klank verandert. Voorbeeld: ik loop - ik liep, ik kijk - ik keek, ...
2) Zonder klankverandering
- 't Kofschip: + te (n)
- Anders: + de (n)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Passende vorm van het woord
Meervoud= + en/+s
Verkleinwoord, bv. kleine aapjes (+ je, tje, pje)

Bij bijvoeglijk naamwoord + e, bv. een mooie fiets

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Slide 10 - Tekstslide

Vervoeging werkwoorden t.t.
Let op bij werkwoorden met ‘v’: v --> f in stam
Meervoud= + en
Stam= ik – vorm
Stam + t: jij/hij/zij


Slide 11 - Tekstslide

Woorden met c als k
Ik schrijf c
Ik hoor/zeg [k]
Bv. actie, computer, ...

Slide 12 - Tekstslide

Woorden met c als s
Ik hoor/zeg [s]
Ik schrijf c

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide