1.3 Kwadraten & 1.4 Wortels

Welkom bij wiskunde! 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Tekstslide

De les begint bijna...
  • Wiskundespullen op tafel.
  • Ipad:

- bluetooth aan
- geluid uit
- inloggen bij LessonUp 

Slide 2 - Tekstslide

Programma van deze les
  • Herhaling paragraaf 1.2
  • Uitleg paragraaf 1.3
  • Aan het werk
  • Uitleg paragraaf 1.4
  • Aan het werk
  • Lesafsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Negatieve getallen vermenigvuldigen
36
A
-18
B
18
C
D
-

Slide 4 - Quizvraag

Als ik twee negatieve getallen
met elkaar vermenigvuldig.

Krijg ik dan een negatief of een positief getal?
A
Negatief
B
Positief

Slide 5 - Quizvraag

Doelen van de les
De leerling kent de begrippen kwadraat en 
kwadrateren.
De leerling kan rekenen met een kwadraat
De leerling kan het kwadraat van een negatief
getal uitrekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 1.2
Getallen kun je met elk getal vermenigvuldigen. Maar als je een getal met zichzelf vermenigvuldigd noem je dat een kwadraat. 
8 x 8 = 64. Je zegt dan, het kwadraat van 8 is 64. 

Je kunt dit ook noteren als: 
82=64

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 1.2
Je kunt van elk getal een kwadraad nemen. 0,2 in het kwadraad is (0,5 x 0,5= 0,25)


Overleg met je buurman of buurvrouw. Wat is het kwadraat van -9 en van -17?
Wat valt je op bij het kwadrateren van negatieve getallen?
(0,5)2=0,25

Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 1.2
Belangrijk:
Let goed op waar het 'min'-teken staat. Als de min ook in het kwadraat staat, komt er dus een positief getal uit (min x min = plus) als de '-' niet in kwadraat gaat komt er een negatief getal uit (min x plus = min)
52=25
(5)2=25

Slide 9 - Tekstslide

3 kwadraat =
A
2x 3
B
3 x 3

Slide 10 - Quizvraag

Het kwadraat van 9
A
18
B
64
C
81
D
99

Slide 11 - Quizvraag

Het kwadraat van 4 = ...
A
8
B
16
C
64
D
2

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het kwadraat van -6?
A
36
B
-36

Slide 13 - Quizvraag

wat is het kwadraat van 11
A
121
B
110
C
22

Slide 14 - Quizvraag

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: 1.2 (doorlopende route; Zie bovenaan blz 14) 


Let op!
Sluit de les niet af!
Had je de vragen in LessonUp goed? Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk

  • Maken:  1.3 (doorlopende route) 


Klaar?

- Nakijken 1.3 


Kiezen:

- Maken voorkennis (bijvoorbeeld de vragen die je moeilijk vindt)

- Maken samenvatting van 1.3

- Maken Uitdagende opdrachten


met Zs tijd
timer
10:00
Let op!
Leg je Ipad weg als je het niet nodig hebt!
Uitleg Zs
Tijdens Zelfstandig Stil:
Je werkt zelfstandig en stil. Heb je een vraag:
1. Lees nogmaals de opdracht.
2. Lees de uitleg (schrift of lesboek).
3. Gebruik het antwoordenboek.
4. Probeer de volgende opdracht.
5. Stel je vraag na Zs aan buurman/vrouw of mevrouw Lusseveld tijdens vragenronde. 

Slide 16 - Tekstslide

Doelen van de les
De leerling kent de begrippen wortel en 
worteltrekken
De leerling kan rekenen met een wortel
De leerling gebruikt het is gelijk of ongeveer
gelijk aan

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 1.3
Zoals plus bij min en keer bij gedeeld door hoort, zo hoor er ook iets bij kwadraat. Namelijk de wortel. Dat is precies het tegenovergestelde van het kwadraat. Zo is de wortel van 64 = 8
want 8 x 8 = 64. Dus 64 : 8 = 8
We noteren dit alsvolgt:

64=8

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 1.3
Let op, Wortel trekken kan alleen bij positieve getallen. 


Bij sommige getallen komt er geen mooi heel getal uit. Wortel 50 is 7.071067812. We noteren dan:

Dit betekent: is ongeveer gelijk aan. 
64=8of8
507,1

Slide 19 - Tekstslide

de wortel van 361 is?
A
5
B
19
C
136
D
201

Slide 20 - Quizvraag

wortel van 196
A
13
B
12
C
14
D
15

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de wortel van 36 ?
A
12
B
6
C
18
D
30

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een wortel?
A
Oranje
B
5=25
C
49=7
D
66=36

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de wortel van - 100 ?
A
- 10
B
10
C
- 50
D
Kan niet

Slide 24 - Quizvraag

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 


  • Maken: 1.3 (doorlopende route; Zie bovenaan blz 18) 


Let op!
Sluit de les niet af!
Had je de vragen in LessonUp goed? Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Slide 25 - Tekstslide

Aan het werk

  • Maken:  1.4 (doorlopende route) 


Klaar?

- Nakijken 1.4 


Kiezen:

- Maken voorkennis (bijvoorbeeld de vragen die je moeilijk vindt)

- Maken samenvatting van 1.4

- Maken Uitdagende opdrachten


met Zs tijd
timer
10:00
Let op!
Leg je Ipad weg als je het niet nodig hebt!
Uitleg Zs
Tijdens Zelfstandig Stil:
Je werkt zelfstandig en stil. Heb je een vraag:
1. Lees nogmaals de opdracht.
2. Lees de uitleg (schrift of lesboek).
3. Gebruik het antwoordenboek.
4. Probeer de volgende opdracht.
5. Stel je vraag na Zs aan buurman/vrouw of mevrouw Lusseveld tijdens vragenronde. 

Slide 26 - Tekstslide

Lesafsluiting
Wat vond je van deze les? 

Slide 27 - Tekstslide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 28 - Tekstslide