V4 - T4 : BS 6 Evolutie in populaties

4.6 Evolutie in populaties
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.6 Evolutie in populaties

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel B6
- Je kunt beschrijven wat een soort en een populatie is
- Je weet hoe allelen in een populatie overerven


Begrippen: populatie, soort, gene flow, genenpool, allelfrequentie, regel van Hardy-Weinberg, seksuele selectie, micro-evolutie, macro-evolutie, co-evolutie, genetic drift, flessenhalseffect, foundereffect

Slide 2 - Tekstslide

Definities
Soort = organismen die op natuurlijke wijze onderling vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.  (bijv. honden)


Hoe zit het met de lijger?

Slide 3 - Tekstslide

Definities
  • Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten

  • Genenpool is alle verschillende allelen  die voorkomen in een populatie 

  • Gene flow = (incidentele) uitwisseling van genen tussen populaties 


Slide 4 - Tekstslide

Stel dat....
- Populaties volledig gescheiden zijn 
- Ze groot genoeg zijn 
- Er geen evolutie optreedt
(allelen hebben dus geen specifiek voordeel) 

Dan blijkt dat de allelfrequenties
in populaties constant blijven 

(voorbeeld bij mensen is oogkleur of bloedgroep)

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Hardy-Weinberg (equilibrium)
  • Allelfrequentie = getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe vaak bijv. het dominante allel p (Grijs) voorkomt
  • Als  p = 0,6  wat is dan  q? 
  • q = 0,4.     




    hoeveel (%) witte katten zijn er dan?

Slide 6 - Tekstslide

Wet van Hardy-Weinberg (equilibrium)
  • Allelfrequentie = getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe vaak bijv. het dominante allel p (Grijs) voorkomt
  • Als  p = 0,6  wat is dan  q? 
  • q = 0,4.     




    hoeveel (%) witte katten zijn er dan?

Slide 7 - Tekstslide

Genetic drift
Het verschijnsel dat in KLEINE populaties door toeval grote verschuivingen in allelfrequenties kunnen optreden
Bijvoorbeeld: bottleneck-effect/flessenhals-effect (calamiteit) of foundereffect (vestiging)

Genetische variatie krijg je dus door: mutaties, selectiedruk, genetic drift en migratie

Slide 8 - Tekstslide

Evolutie
 Micro-   
binnen soort (bijv. berkenspanner)
Macro- 
onstaan nieuwe soorten 
Co-
Als organismen met elkaar mee evolueren. Bijv. giftigheid bij planten en tolerantie bij rupsen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Foundereffect
Genetic drift doordat een klein deel van een populatie zich vestigt in een nieuw gebied

Slide 11 - Tekstslide

'Soort'  vs.  'Populatie' 
gene flow
Allelfrequentie - wet v. Hardy-Weinberg  (Binas  93D3)

Maak nu eerst opdrachten 74+75+78 +85 t/m 89
4.6 Evolutie in populaties
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide