Ordening van leerinhouden: ordening in vakken

Ordening van leerinhouden
ordening in vakken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ordening van leerinhouden
ordening in vakken

Slide 1 - Tekstslide

Lineaire ordening
  1. voorkomen in werkelijkheid
  • ruimtelijke relaties
vb. Europa - Azië
  • temporele relaties
vb. WO I, WO II, etc.

Slide 2 - Tekstslide

2. Toepassingsmodaliteiten en frequentie
Het meest essentiële wordt eerst behandeld.

Slide 3 - Tekstslide

3. vakinhoudelijke structuur
Je begint bij het begin, logica primeert.
vb. eerst vermenigvuldigen, daarna machten

Slide 4 - Tekstslide

Kritische terugblik
Gevaar: overladen met kennis, enkel aandacht voor resultaten

Slide 5 - Tekstslide

Conceptuele structuren
De manier waarop het kennisbestand van een leerling wordt opgebouwd.
  • elementair > complex
vb. economie
bedrijfseconomie                          -                         algemene economie
jaarrekening - pigouviaanse heffing

Slide 6 - Tekstslide

Kritische terugblik
positief: duidelijk verband
negatief: voorkeur, passief karakter, hiërarchisch 

Slide 7 - Tekstslide

Elaborerende ordening
Je vertrekt vanuit een overzicht. Er wordt steeds specifieker gekeken naar deelthema's.

vb. middeleeuwen
rijkdom, samenleving, productie, bevolking...

Slide 8 - Tekstslide

Exemplarische ordening
Er wordt toegespits op enkele thema's, een selectie. Dit is vaak de essentie.

vb. tandwiel in een uurwerk = tandwiel in een machine
Lauter structuren worden aangereikt. Ze kunnen hergebruikt worden.

Slide 9 - Tekstslide

Welke structuur/ordening heeft een passief karakter?
A
Lineaire ordening
B
Elaborerende ordening
C
Conceptuele structuren
D
exemplarische ordening

Slide 10 - Quizvraag

Welke van deze is geen onderdeel van lineaire ordening?
A
Voorkomen in de werkelijkheid
B
Toepassingsmodaliteiten en frequentie
C
ruimtelijke relaties
D
kennisbestand

Slide 11 - Quizvraag

Welke structuur gaat van elementair naar complex?
A
Lineaire ordening
B
Elaborerende ordening
C
exemplarische ordening
D
Conceptuele structuren

Slide 12 - Quizvraag

Van wat is inzoomen op centrale thema's een voorbeeld?
A
Elaborerende ordening
B
Lineaire ordening
C
Volgens conceptuele ordening
D
Exemplarische ordening

Slide 13 - Quizvraag