Les 8, Vrije tijd, 20 maart

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




Slide 1 - Tekstslide

vraag en antwoord. -> gebruik het voltooid deelwoord.

Wie heeft het cadeau ingepakt? - Garo
Wie hebben pizza besteld? - Alexandre en Björn
Wie heeft de baas teruggebeld? - Giuseppe
Wie heeft goed naar de docent geluisterd? - Elexina
Wie heeft de boodschappen betaald? - Gil
Wie hebben het afval opgeruimd? - Carlos en Adam
Wie hebben op de bank uitgerust? - Fatma en Chandra
Wie heeft de auto schoongemaakt? - Marta
Wie heeft de brief opgestuurd? - Antonio
Wie hebben het vandaag samengewerkt? - Marlene en André
Wie heeft het vlees omgedraaid? - Surya


Slide 2 - Tekstslide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




Slide 3 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311
Waarom? - omdat ...
Waarom ga je naar school?
Ik ga naar school, omdat ik Nederlands wil leren.

Wanneer? - als ...
Wanneer koop je een nieuwe auto?
Ik koop een nieuwe auto, als ik geld heb.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311

Slide 9 - Tekstslide

Les 7, Vrije tijd, 13 maart
Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311
Oefen met omdat en als.

Schrijven:
Ik draag een jas omdat .....
Ik eet pizza als ...........
Hij gaat niet naar het feest omdat ............
Ze is blij omdat .............
We blijven binnen als ..........

Spreken
Waarom drink je water?
Waarom ga je vanavond vroeg naar bed?
Wanneer ga je naar de sportschool?
Waarom moet je lachen?
Wanneer lees je een boek?

Slide 10 - Tekstslide

Les 7, Vrije tijd, 13 maart
Hoofdzin en bijzin
blz. 310 - 311

Slide 11 - Tekstslide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




Slide 12 - Tekstslide

Dictee: hoofdzin of bijzin?
1.  Het is feest, want Pinkpop bestaat 50 jaar.
2. Als je het hele weekend komt, kun je ook kamperen.
3. Er zijn weinig kaarten dus je moet snel tickets bestellen.
4. Op Pinkpop is niet één soort muziek, 
     maar er is een grote variatie aan muziekstijlen.
5. Kinderen zijn ook welkom, 
     omdat het festival voor alle leeftijden is.
6. Er zijn 50 optredens en 
     er is een groot aanbod aan eten en drinken.


Slide 13 - Tekstslide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




Slide 14 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 15 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 16 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 17 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 18 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 19 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 20 - Tekstslide

Les 8, Vrije tijd, 20 maart
Trappen van vergelijking
blz. 147-148

Slide 21 - Tekstslide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




Slide 22 - Tekstslide

Oefening 26, blz. 150
Vertel om de beurt over je hotel. 
Beantwoord daarna samen de vragen.

1. Welk hotel is luxer?
2. Voor welke doelgroepen zijn de hotels?
3. Welk hotel is het grootst? Welk hotel is het kleinst?
4. Welk hotel ligt het dichtst bij het centrum?
5. Welk hotel ligt het verst van het centrum?
6. Welk hotel is duurder? Welk hotel is goedkoper?
7. ................. -> Bedenk zelf extra vragen.


Slide 23 - Tekstslide

Welkom! woensdag 29-11


Huiswerk Quiz (LessonUp)
Spreken Oefening 13
Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)
Lezen Oefening 5
Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets
Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels
Grammatica Deze, die, dit, dat
Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)
Evaluatie





Welkom!
woensdag 20-03
Controleer: je adres, telefoonnummer

Spreken              Gebruik het voltooid deelwoord
Grammatica       Hoofdzin en bijzin
                              Blz. 310, 311 - Oefening 30, 31
Schrijven             Dictee
Grammatica       Trappen van vergelijking
                              blz. 147, 148
                              Oefening 23, 24
Spreken              Oefening 26 (dia met vragen)
                              Comparatief en superlatief
          

     
     


        
            


27 maart: TOETS

Huiswerk:
Oefenen voor de toets




Slide 24 - Tekstslide

Inhoud toets
  • Taalhulp: blz. 129, 130, 131, 132, 143
  • Woordenlijst: Hoofdstuk 5
  • Grammatica:
  • Hoofdzin/bijzin: blz. 101, 102 / 310, 311
  • Modale verba: blz. 56 / 281, 282
  • Negatie: geen of niet (werkblad)
  • Perfectum-regelmatig: blz. 117, 118 of werkblad (softketchup)
  • Possesief (mijn, jouw, uw, etc.): blz. 43, 44
  • Adjectieven: blz. 73,74 / blz. 320

Slide 25 - Tekstslide