Les 28-01-2021, paragraaf 5.1 en 5.2

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
Daarna: aan het werk!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
Daarna: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

4.7 Kengetallen berekenen
Een bedrijf moet productief zijn = winstgevend

Je kunt de productiviteit in een winkel uitdrukken in:
  • Schaprendement = winst per meter van bepaald schap
  • Vloerproductiviteit = omzet per vierkante meter van een pand

Slide 2 - Tekstslide

Schaprendement
= winst per meter van een bepaald schap
Schaprendement = bruto-winst 
                                          lengte-schap


Slide 3 - Tekstslide

Vloerproductiviteit
= omzet per vierkante meter van een pand

  • De oppervlakte van je hele pand noem je bedrijfsvloeroppervlak (bvo). Je kunt deze vloerproductiviteit van je hele pand (dus inclusief het magazijn) uitrekenen met de volgende formule:
     

De vloerproductiviteit van alleen het winkelvloeroppervlak (wvo) reken je uit met de volgende formule: 

Slide 4 - Tekstslide

Vloerproductiviteit

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen:
Leerdoelen 5.1 en 5.2:

Je leert:
- uit welke onderdelen een ondernemingsplan bestaat.
- de verschillende ondernemingsvormen.

Slide 6 - Tekstslide

Het ondernemingsplan 
  • Persoonlijke gegevens
  • Marketingplan
  • Financieel plan 

Slide 7 - Tekstslide

personalia 
Personalia zijn jouw persoonlijke gegevens zoals:

Naam
Adres, postcode en woonplaats
Telefoon
E-mail adres
Geboortedatum
Geboorteplaats
Nationaliteit

Slide 8 - Tekstslide

motivatie 
Als ondernemer moet je genoeg motivatie hebben om tijd en energie in een onderneming te stoppen. Je beantwoord vragen als:
  • Waarom wil je ondernemer worden?
  • Klinkt het voor jou als een droombaan?
  • Waarom ben jij de juiste persoon voor dit werk

Slide 9 - Tekstslide

persoonlijke kwaliteiten
  1.  eigenschappen = wat typisch is voor jouw bijvoorbeeld zelfstandig, betrokken of verantwoordelijk
  2. vaardigheden= wat je kan bijvoorbeeld presenteren of netwerken

Slide 10 - Tekstslide

rechtsvorm
  • eenmanszaak
  • nv
  • bv
  • vof
  • commanditaire vennootschap 

Slide 11 - Tekstslide

Logo

Slide 12 - Tekstslide

Missie 
- Bij de missie van jouw onderneming leg je uit wat je met jouw onderneming wilt nastreven. 
Voorbeelden:

  • Google: ‘’De missie van Google is alle informatie ter wereld te organiseren en universeel toegankelijk en bruikbaar te maken.
  • Lego: Inspireren en helpen ontwikkelen van de bouwers van morgen.

Slide 13 - Tekstslide

VISIE 
De visie is vaak gebaseerd op de missie van een onderneming. Er wordt meer naar de toekomst gekeken. Waar wil je staan in de toekomst en via welke weg ga je daar komen?
Voorbeelden:

  • Disney : To make people happy
  • Lego: Het spelen van de toekomst uitvinden

Slide 14 - Tekstslide

Doelstellingen
  • Bij de doelstellingen van jouw onderneming ga je beschrijven wat je doelen voor de komende jaren zijn. 

  • Voorbeeld; over drie jaar willen we een omzet van 100 duizend euro per jaar behalen.

Slide 15 - Tekstslide

Unique Selling Point 
Je moet je met je bedrijf onderscheiden van je concurrent. Waar ben je met je bedrijf goed of uniek in? Dat is het unique selling point. 


Slide 16 - Tekstslide

SWOT-analyse 
strengths (sterktes)

waarin is het bedrijf sterk?
opportunities (Kansen)
welke kansen zijn er buiten het bedrijf?
weaknesses (zwaktes)
waarin is het bedrijf zwak?
threats (bedreigingen) 
welke bedreigingen zijn er buiten het bedrijf

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg...
Financieel plan:

  • Investeringsbegroting -> is een schatting van de uitgaven voor de benodigde bedrijfshulpmiddelen;
  • Financieringsbegroting -> Hoe ga je je plannen financieren? / hoe ga je de benodigde investering financieren?
  • Resultatenbegroting ->een overzicht van de verwachte opbrengsten en kosten van het bedrijf (W & V rekening).

Slide 18 - Tekstslide

SWOT

Slide 19 - Tekstslide

Ondernemingsvormen
In het ondernemingsplan staat wat voor ondernemingsvorm of rechtsvorm het bedrijf heeft. 

We bespreken de belangrijkste ondernemingsvormen en hun kenmerken:
  1. eenmanszaak
  2. vennootschap onder firma (vof)
  3. commanditaire vennootschap (cv)
  4. coöperatieve vereniging
  5. besloten vennootschap (bv)
  6. naamloze vennootschap (nv).
          Een belangrijk verschil tussen de ondernemingsvormen ligt in de privéaansprakelijkheid van de eigenaar. 

Slide 20 - Tekstslide

1. Eenmanszaak

Slide 21 - Tekstslide

2. Vennootschap onder firma (VOF)

Slide 22 - Tekstslide

3. Commanditaire vennootschap (CV)
Een commanditaire vennootschap (cv) is feitelijk een bijzondere vorm van een VOF
Het verschil is dat er nu 2 soorten vennoten zijn. Net als bij een vennootschap onder firma zijn er beherende vennoten, die het bedrijf leiden. 
Maar er zijn ook stille vennoten. Zij lenen alleen geld aan het bedrijf en ontvangen hiervoor rente en een deel van de winst.

Slide 23 - Tekstslide

4. Coöperatieve vereniging

Slide 24 - Tekstslide

5. Besloten vennootschap (BV)

Slide 25 - Tekstslide

5. Besloten vennootschap (BV)

Slide 26 - Tekstslide

6. Naamloze vennootschap (NV)
Hele grote bedrijven kunnen ook een naamloze vennootschap (nv) oprichten. Dat is een bedrijf waarvan de aandelen vrij verhandeld kunnen worden via de aandelenbeurs. Deze aandelen staan dus niet op naam, zoals bij een bv. Aandeelhouders kunnen hun aandelen op de beurs verkopen wanneer ze maar willen.
Bij de oprichting moeten de aandeelhouders samen minimaal € 45.000 betalen.

Slide 27 - Tekstslide

HUISWERK
ZIE IN ITSLEARNING MET WELKE OPDRACHTEN JE AAN DE SLAG KAN!

Slide 28 - Tekstslide