kwis politiek 5V

Passief kiesrecht wil zeggen ...
A
Dat iedereen vanaf 18 jaar stemrecht heeft
B
Dat je het recht hebt om je verkiesbaar te stellen
C
Dat je het recht hebt om je stem uit te brengen
D
Dat verkiezingen vrij en geheim zijn
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Passief kiesrecht wil zeggen ...
A
Dat iedereen vanaf 18 jaar stemrecht heeft
B
Dat je het recht hebt om je verkiesbaar te stellen
C
Dat je het recht hebt om je stem uit te brengen
D
Dat verkiezingen vrij en geheim zijn

Slide 1 - Quizvraag

In een democratie ...
A
worden rechters beinvloed door politici
B
worden ministers door het volk gekozen
C
is het leger onderworpen aan de politiek
D
is censuur toegestaan

Slide 2 - Quizvraag

Rentmeesterschap is een belangrijke waarde van ...
A
de sociaal-democratie
B
het liberalisme
C
het populisme
D
de christen-democratie

Slide 3 - Quizvraag

de SP is ...
A
links-progressief
B
midden-progressief
C
links-conservatief
D
midden-conservatief

Slide 4 - Quizvraag

D66 is ...
A
links-progressief
B
midden-conservatief
C
midden-progressief
D
geen van drieeen

Slide 5 - Quizvraag

de PVV is ...
A
midden-conservatief
B
rechts-populistisch
C
zowel links als heel rechts
D
alle drie

Slide 6 - Quizvraag

Welke partij zit niet in het (demissionaire) kabinet?
A
CDA
B
D66
C
PvdA/GroenLinks
D
CU

Slide 7 - Quizvraag

Het recht om wijzigingen aan te brengen in een wetsvoorstel is het recht van ...
A
interpellatie
B
amendement
C
initatief
D
enquete

Slide 8 - Quizvraag

Wie heeft dat recht?
A
De Tweede Kamer
B
De Eerste Kamer
C
De Tweede en Eerste Kamer
D
het kabinet

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een motie?
A
een initiatief-wetsvoorstel
B
een debat tussen een minister en de Kamer
C
een uitspraak van de Kamer
D
een onderzoek

Slide 10 - Quizvraag

Wie mogen een wetsvoorstel indienen?
A
ministers en TK leden
B
ministers, TK en EK leden
C
ministers
D
TK leden

Slide 11 - Quizvraag

Geen voorbeeld van directe democratie is ...
A
een referendum
B
de besluitvorming in Griekse stadsstaten
C
een volksstemming
D
de verkiezing van de Eerste Kamer

Slide 12 - Quizvraag

In de regering zitten ...
A
ministers en staatssecretarissen
B
de koning, ministers en staatssecretarissen
C
ministers en de koning
D
ministers

Slide 13 - Quizvraag

Actie- en belangengroepen ...
A
richten zich op verschillende thema's
B
doen mee aan verkiezingen
C
willen politieke verantwoordelijkheid
D
lobbyen bij politieke partijen

Slide 14 - Quizvraag

De informateur ....
A
bekijkt welke partijen kunnen samenwerken
B
is klaar als het nieuwe kabinet aantreedt
C
zoekt goede mensen voor in het kabinet
D
is de beoogde nieuwe minister-president

Slide 15 - Quizvraag

Een demissionair kabinet ...
A
heeft andere ministers dan daarvoor
B
treedt af zodra er ver-kiezingen zijn geweest
C
bestaat uit alleen staatssecretarissen
D
handelt alleen lopende zaken af

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen taak van de koning?
A
een handtekening onder wetten zetten
B
een informateur benoemen
C
Nederland vertegenwoordigen
D
ministers benoemen

Slide 17 - Quizvraag

Welke motie houdt in dat een minister een laatste waarschuwing krijgt?
A
motie van afkeuring
B
motie van wantrouwen
C
motie van treurnis
D
motie van onderpresteren

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet bij populisme?
A
nationalisme
B
stem van het volk
C
eigen initiatief
D
anti-immigratie

Slide 19 - Quizvraag

Spindoctors zijn ...
A
media-adviseurs van politici
B
topambtenaren
C
lijsttrekkers van kleine partijen
D
mensen die poten uittrekken bij spinnen

Slide 20 - Quizvraag

Ministers worden door het volk gekozen ...
A
in een democratie
B
in een dictatuur
C
zowel in een democratie als in een dictatuur
D
noch in een democratie, noch in een dictatuur

Slide 21 - Quizvraag

Welke instantie of groep vormt het dagelijks bestuur in de gemeente?
A
de gemeenteraad
B
Gedeputeerde Staten met de CvK
C
Burgemeester en Wethouders
D
de gemeenteambtenaren

Slide 22 - Quizvraag

Welke instantie op provinciaal niveau is te vergelijken met het kabinet?
A
Gedeputeerde Staten met de CvK
B
Gedeputeerde Staten
C
Provinciale Staten
D
Staten-Generaal

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen provinciaal beleidsterrein?
A
aanleg van wegen
B
duurzame energie
C
milieu en recreatie
D
criminaliteitsbestrijding

Slide 24 - Quizvraag

De burgemeester is voorzitter van ....
A
de gemeenteraad
B
de gemeenteraad en het College van B&W
C
Provinciale Staten
D
het College van B&W

Slide 25 - Quizvraag