2.5 Kolonialisme en slavernij

2.5 Kolonialisme en slavernij
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.5 Kolonialisme en slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Kolonies in Amerika
Na de veroveringen begon het koloniseren van Amerika (grote migratiegolf vanuit Spanje- vooral mannen)




Motieven (redenen om iets te doen) voor de kolonisatie:
  1. Economisch: Grote zilvervoorraden en handelswinsten door stichten van plantages
  2. Cultureel-religieus: Europeanisering (bijv. mensen bekeren tot het christendom)
 Kolonialisme: 
 overheersing van een kolonie door een moederland, om eraan te verdienen.

Slide 2 - Tekstslide

Koloniseren
Grote delen van Midden- en Zuid-Amerika werden door de Spanjaarden gekoloniseerd.
Kolonisten gingen vaak relaties aan met indiaanse vrouwen en kregen kinderen: ontstaan van een gemengde samenleving. 



Slide 3 - Tekstslide

Koloniaal bestuur
In de kolonies kwam een Europees bestuur.

Ambtenaren op een speciaal ministerie in het moederland hielden toezicht op de kolonies overzee.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Plantages

De kolonisten stichtten plantages en verdienden kapitalen.                         
Ze lieten indianen als slaven voor zich werken: loodzwaar werk.  
16e eeuw: vooral suiker
17e eeuw: tabak, cacao, koffie

Slide 6 - Tekstslide

Zilvermijnen-indianen/slaven
De Europeanen vinden enorme zilvervoorraden in Mexico en in de Andes. 
Spanje betaalde er zijn vele oorlogen mee: elk jaar voer een grote zilvervloot naar Spanje.

De omstandigheden waren afgrijselijk: 
- langs bungelende touwladders de diepe duisternis in
- met zakken van 40 kg weer omhoog klimmen

Slide 7 - Tekstslide

Indiaanse slaven
De Spanjaarden dwongen indianen om te werken.
Het werk op plantages / mijnen is extreem zwaar.

Veel indianen sterven dan ook door:
- Uitbuiting en mishandeling
- Europese ziektes

Slide 8 - Tekstslide

De Las Casas
Bartolomé de Las Casas (1484-1566)
Spaanse priester

Hij had grote kritiek op de behandeling van de indianen
- 'Indianen zijn evenveel waard als Europeanen'
- 'uitbuiting / mishandeling is slecht'

        'Zwarten' worden niet gezien als mensen dus zij worden de  nieuwe slaven

(later krijgt De las Casas spijt van zijn voorstel om Afrikanen de Indianen te laten vervangen)

Slide 9 - Tekstslide

Indianen en zwarte slaven
In 1543 verbood de Spaanse koning indianenslavernij.

De Spaanse kolonisten haalden zwarte slaven uit Afrika. 
Bleken veel sterker te zijn: zelden ziek. 

In de 17e eeuw meer vraag naar plantageproducten: 
Nederlanders, Fransen en Engelsen vestigden plantages in West-Indië (Caraïbisch gebied). 

Slide 10 - Tekstslide

Video
Les over de driehoekshandel (3:29)

Introductie op het onderwerp en vooruitblik VOC en WIC (Nederland)
Let op! 

Slide 11 - Tekstslide

Video
Let op! Schrijf op welke producten er uit: 
1. Amerika
2. Europa
3. Afrika 
werden gehaald. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De trans-Atlantische slavenhandel was onderdeel van de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Uitwisseling van planten en dieren

Slide 19 - Tekstslide

De aardappel en de bevolkingsgroei
  • De aardappel werd ook meegenomen vanuit Amerika.

  • De aardappel bleek zeer voedzaam en werd het voedsel van de armen.

  • Door de aardappel werden de armen sterker en gezonder

  • De Europese bevolking groeide hierdoor harder dan voorheen.

Slide 20 - Tekstslide

Sorteer de gebeurtenissen op oorzaken en gevolgen van het ontdekkingsreizen in de 16e eeuw
Oorzaken
Gevolgen
betere kaarten
sterfte onder Indianen groot
Slavernij
Christendom groeit
luxeproducten brengen veel geld op
Turken vragen belasting
Christendom uit gaan breiden

Slide 21 - Sleepvraag


De Driehoekshandel bracht textiel, sieraden en wapens van Europa naar Afrika. 
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag


De Driehoekshandel bracht slaven van Amerika naar Europa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag