Circus Les 2: De marionet
1 / 10
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze les kan worden gebruikt ter voorbereiding op een circusworkshop van Kleinkunstig. Met als leerdoelen:
- Ontwikkelen van de vaardigheden balans en coördinatie.
- Ontwikkelen van concentratievermogen.
- Leren zorgvuldig samen te werken.
- Kennismaken met het bedenken van een act.
Slide 2 - Tekstslide
Vaak werd een circus opgericht door een familie waar bij ieder familielid een bepaalde rol had in de show.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Vertel dat deze les in het teken staat van de kunstdiscipline circus. En dat jullie aan de slag gaan met een aantal vaardigheden die een circusartiest nodig heeft. Bespreek na het filmpje aan welke vaardigheden de leerlingen denken.
Slide 5 - Tekstslide
Maak eventueel groepen van 10 á 15 leerlingen en laat ze de oefening om de beurt uitvoeren. Voor extra uitdaging kunnen ze 1 meter uit elkaar gaan staan of er geef meerdere ballen de kring door.
Bespreek de oefening na: Hoe was jouw balans en wat is daar voor nodig?
Slide 6 - Tekstslide
Opties voor extra uitdaging:
- Vraag de leerlingen 1 meter uit elkaar te staan.
- Gebruik alleen de achterkant van de hand.
- Gebruik alleen een platte hand en houd je vingers dus gestrekt.
- Geef twee ballen tegelijkertijd door in tegengestelde richtingen.
Bespreek de oefening na: Hoe ging de samenwerking? Wat merkten ze bij zichzelf op wat betreft spierspanning en balans?
Slide 7 - Tekstslide
Introduceer de opdracht: Jullie gaan een marionetten act bedenken. Een marionet is een pop die in beweging wordt gezet door touwtjes aan bijvoorbeeld de armen en benen. Deze act gaat om controle en concentratie.
Slide 8 - Tekstslide
Doe de marionet oefening eerst een keer klassikaal voor met een leerling, waarbij je als docent leerling B bent.
Leerling A is de marionet en leerling B is de marionettenspeler. A gaat op een stoel zitten en B gaat voor A staan. Nu beweegt B de marionet op afstand met de wijsvinger. De wijsvinger van B is als het ware het dirigeerstokje voor de ledematen van leerling A. Speler A volgt intuïtief de aanwijzingen van B, zoals een hand omhoog en weer omlaag. Een schouder omhoog en weer omlaag.
Slide 9 - Tekstslide
Geef aan dat de leerlingen goed moeten laten zien waar de denkbeeldige touwtjes aan vast zitten en wat voor houdingen de marionet dan aanneemt. Bijvoorbeeld: touwtjes op specifieke punten zoals een grote teen, waarmee het hele been gaat gestrekt de lucht in gaat. Of twee touwtjes aan beide polsen waardoor de marionet gaat staan of zitten.
Voor extra uitdaging kun je de leerlingen een verhaallijn laten bedenken tussen de marionettenspeler en de marionet.
Slide 10 - Tekstslide
Sluit de les klassikaal af door de verschillende acts aan elkaar te presenteren. Vraag de leerlingen welke bewegingen of vondsten ze verrassend vonden. Benoem nog even wanneer Kleinkunstig naar school komt en welke workshops de leerlingen kunnen volgen.
