2.2 en 2,3: een leven lang leren/ wat is normaal

2.2 en 2.3
herhaling
wat is socialisatie?
vragen werkboek?
uitleg paragraaf 2 en 3
aan het werk

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.2 en 2.3
herhaling
wat is socialisatie?
vragen werkboek?
uitleg paragraaf 2 en 3
aan het werk

Slide 1 - Tekstslide

Op welke manier leren wij?
  1. informatie en aanwijzingen - mensen vertellen je dingen, bv docenten en ouders.
  2. imitatie - je kopieert het gedrag dat je ziet.
  3. Ervaringen - Je fiets is gestolen omdat hij niet op slot stond, volgende keer doe je het wel.
  4. Experimenteren - Je probeert of een worm ook lekker is.

Slide 2 - Tekstslide

Goed of fout gedrag?
Gedrag wordt voortdurend door onze omgeving gezien en gecontroleerd

  • Dat heet: sociale controle, en betekent mensen in jouw omgeving letten op hoe je je gedraagt

  • Jouw omgeving laat zien of het jouw gedrag accepteert of niet, met sancties

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Is sociale controle altijd negatief?

Slide 5 - Tekstslide

f

Slide 6 - Tekstslide

Internalisatie
  • aangeleerde normen en waarden gaan automatisch.

  • rechts rijden
  • Iemand begroeten als hij/zij dat ook doet.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Rolgedrag
  • Tijdens het hele proces ontwikkel je ook jezelf: 'je eigen ik', je identiteit.

  • Je leert ook rolgedrag aan, gedrag dat je van iemand verwacht in een situatie. Een docent scheldt jou niet uit, een hooligan kan dat wel doen.

  • Je hebt verschillende rollen, vb een docent kan ook een hooligan zijn in zijn vrije tijd.

Slide 9 - Tekstslide

  • Rolbevestigend gedrag: iemand doet wat je van hem/haar verwacht. Vb. Traditioneel gezien kookt de vrouw, dus dat zie je in reclames.

  • Roldoorbrekend gedrag: iemand doet wat niet standaard is. Vb. je ziet een politieagent die dronken in het verkeer is, dat klopt niet.

Slide 10 - Tekstslide

Normen en waarden verschillen
  • Normen en waarden botsen regelmatig. Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

  • Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal. Je hoeft niet alles te tolereren.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Groepsnormen
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 14 - Tekstslide

Verschillen met je ouders
  • Generatieconflict: een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd.

  • Dat wat wij normaal vinden en wat vroeger normaal gevonden wordt, verandert ook steeds. Tijd opa en oma is anders dan dat waarin wij nu leven.

Slide 15 - Tekstslide