Ma Klas 3 2023-2024 Periode 3 les 28 5.2

Lesdoelen vorige les
  • - je weet wat communiceren is
  • -je weet dat je met een persoon of met een heleboel mensen kunt communiceren
  • -je weet dat je met of zonder woorden communiceert
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen vorige les
  • - je weet wat communiceren is
  • -je weet dat je met een persoon of met een heleboel mensen kunt communiceren
  • -je weet dat je met of zonder woorden communiceert

Slide 1 - Tekstslide

Waar gebruik jij de media voor?
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Identiteit

Slide 2 - Quizvraag

Lesdoelen 
Je kunt  het verschil benoemen tussen de zender en de ontvanger
Je kunt minimaal 2 verschillende soorten media benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

5.2 Verschillende soorten media
  • Kranten en tijdschriften
  • Commerciële zenders = geld door reclame
  • Publieke omroepen = geld van overheid

  • Digitaliseren  

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de media?

De belangrijkste media in ons land zijn:
  
  • kranten en tijdschriften
  • internet
  • televisie- en radiozenders

Slide 5 - Tekstslide

Kranten en tijdschriften

  • Kranten brengen nieuws en verschijnen elke dag.

  • Tijdschriften verschijnen meestal één keer per week of maand.

Slide 6 - Tekstslide

Internet

  • Internet bestaat uit miljoenen websites met uiteenlopende informatie. Ook kun je er makkelijk mee communiceren.
  • Het gevolg van internet is dat iedereen nieuws kan plaatsen. Het is daarom belangrijk om te weten of de bron betrouwbaar is. 

Slide 7 - Tekstslide

Radio en TV -omroepen

BNNVARA of SBS6 ?
  
  • Commerciële omroepen
  • Publieke omroepen

Slide 8 - Tekstslide

Commerciële zenders 

  • Verdienen veel geld met reclame. Voorbeelden hiervan zijn SBS6, RTL en Net5.
  • Om programma's te kunnen maken verkopen deze omroepen dus reclametijd. 

Slide 9 - Tekstslide

Publieke omroepen 

(op NPO 1, 2 en 3) zenden minder reclame uit omdat ze geld van de overheid ontvangen om programma's te maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Waar gebruik je de media voor?


  • Nieuws en informatie
       kranten - journaal  
  • Ontspanning
       films en series kijken
  • Contacten
       appen en bellen
  • Identiteit
       wie ben je/wat doe je - instagram                             snapchat







Slide 11 - Tekstslide

Weektaak: 5.1 + 5.2


Hoe? Zelfstandig
Klaar? Begrippenlijst maken


                            Tijd:

 

Doen: Maken en lezen 5.1 en 5.2
timer
20:00
Klaar en meer info?

Slide 12 - Tekstslide

Communicatie zonder woorden heet ook wel..
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal

Slide 13 - Quizvraag

Een middel om mee te communiceren noem je...
A
Communicatie
B
Medium
C
Massacommunicatie
D
Social Media

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde bij communicatie?
A
boodschap - zender - ontvanger
B
zender - ontvanger - boodschap
C
zender - boodschap - ontvanger
D
ontvanger - boodschap -zender

Slide 15 - Quizvraag

Lesdoelen behaald?
Je kunt het verschil benoemen tussen de zender en de ontvanger
Je kunt minimaal 2 verschillende soorten media benoemen.



Slide 16 - Tekstslide

Volgende les
H5.2 Verschillende soorten media

Slide 17 - Tekstslide