Quiz H8

Quiz H8
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz H8

Slide 1 - Tekstslide

In Red Bull zit veel meer suiker dan in Coca-Cola..
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

GHB wordt gemaakt van gootsteenontstopper..
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

In welk broodje zitten meer calorieën?
A
Broodje gezond
B
Broodje kroket

Slide 4 - Quizvraag

Waar komt de meeste GHB die in Nederland gebruikt wordt vandaan?
A
Azië
B
Zuid Amerika
C
Midden Oosten
D
Nederland

Slide 5 - Quizvraag

Hoe wordt de werkzame stof in een XTC pil genoemd?
A
MDMA
B
Heroïne
C
Speed
D
Cocaïne

Slide 6 - Quizvraag

XTC is...
A
Nauwelijks verslavend
B
Lichamelijk verslavend
C
Geestelijk verslavend
D
Lichamelijk en geestelijk verslavend

Slide 7 - Quizvraag

Roken is doodsoorzaak nummer 1 in Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel procent van de mensen die willen stopen met roken, lukt dat?
A
1%
B
5%
C
20%
D
40%

Slide 9 - Quizvraag

Wat is Crack?
A
Combinatie van Speed en Cocaïne
B
Cocaïne die te roken is
C
Onversneden Cocaïne

Slide 10 - Quizvraag

Word je geheugen (blijvend) aangetast door het gebruik van Wiet/Hasj?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij het gebruik van softdrugs zijn er geen schadelijke effecten voor de gezondheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hoe lang duurt het voordat je lichaam een glas alcohol heeft afgebroken?
A
30 minuten
B
1 uur
C
1,5 uur
D
2 uur

Slide 13 - Quizvraag

Bij harddrugs bestaat de kans op een overdosis, bij softdrugs niet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is het alcoholgebruik voor jongeren risicovoller dan voor volwassenen?
A
Omdat ze nog in de groei zitten
B
Omdat het risico op hersenbeschadiging veel groter is
C
Omdat ze niet kunnen voorzien wat de gevolgen zijn
D
Ze weten niet wanneer ze teveel drinken

Slide 15 - Quizvraag

Welke drugs wordt ook wel 'miauw miauw' genoemd?
A
3MMC
B
Coke
C
GHB
D
4MMC

Slide 16 - Quizvraag

Alle middelen zijn geestelijk verslavend?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag