Straattaal quiz

Fawaka broeders!
Wij gaan starten met de straattaal quiz.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fawaka broeders!
Wij gaan starten met de straattaal quiz.

Slide 1 - Tekstslide

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 2 - Tekstslide

Ronde 1
Wat woorden

 Welke kennis heb jij?

Slide 3 - Tekstslide

Merel geeft Hassan een "boks". Merel geeft Hassan dus een.....?

A
stomp
B
een konijnenhok
C
broek
D
hand/vuist

Slide 4 - Quizvraag

De leraar werd "broeia" toen zijn koffiemok werd omgestoten door Pieter. "Broeia" betekent?

A
nat
B
boos
C
bedroefd
D
blij

Slide 5 - Quizvraag

Tel op! Een "doezoe" plus een "barki" plus een "donni" is...?


A
1110
B
110
C
1100
D
111000

Slide 6 - Quizvraag

De fietsenmaker maakte een "fatoe". Wat maakte de fietsenmaker?



A
een fiets
B
een grapje
C
een Facebookbericht
D
een fietsdynamo

Slide 7 - Quizvraag

Als je aboengsie bent dan ben je..
A
heel gierig
B
bang
C
jarig
D
lang

Slide 8 - Quizvraag

Darrel heeft een enorme hekel aan "Ibahesj". Darrel heeft een enorme hekel aan:

A
bumperklevers
B
zweetvoeten
C
politie
D
voortijdig schoolverlaters

Slide 9 - Quizvraag

"Mi gado", wat lekker! "Mi gado" betekent?
A
mijn God
B
mijn hemel
C
Indisch gerecht
D
gelukkig

Slide 10 - Quizvraag

Tab je lip
A
je lippenstift bijwerken
B
je lip aantikken
C
je mond houden
D
iemand een zoen geven

Slide 11 - Quizvraag

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 12 - Quizvraag

''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
A
''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
B
Ik zie de politie weer, dus ik laat mijn wapens thuis, dalijk controleren ze me weer.
C
Ik zie die eikel weer, dus ik laat mijn vriendin beter thuis, want anders bekijken ze haar weer

Slide 13 - Quizvraag

Kill, geef me affoe van je chiba.
A
Gozer, geef me het laatste trekje van je joint.
B
Broer, geef me een stukje van je eten.
C
Neef, geef me een trekje van je sigaret.

Slide 14 - Quizvraag

''Zie ik wil peng tings 'pon road, nu heb ik peng tings on hold'' - Ronnie Flex
A
Ik wil knappe vrouwen onderweg, nu zet ik knappe vrouwen in de wacht.
B
Ik wil een geweer mee op reis, nu heb ik een geweer bij me.
C
Ik wil lekker eten onderweg, het lekkere eten wacht op me.

Slide 15 - Quizvraag

No spang, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 16 - Quizvraag

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 18 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleid?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 19 - Quizvraag

Straattaal heeft vaak te maken met seks, relaties, geld en geweld. Hoe komt dit?
A
Straattaal hoort bij een machocultuur.
B
De mensen die straattaal hebben bedacht vonden dat belangrijke onderwerpen.
C
De nummers die worden gemaakt gaan over dit soort onderwerpen.
D
Meer mannen dan vrouwen spreken straattaal.

Slide 20 - Quizvraag