Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
(WEEK20, 14-05) Identify Adjectives & Adverbs
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Adjectives
Dichtbij Verweg
Enkelvoud This That
Meervoud These Those
Een
bijvoeglijk naamwoord
beschrijft en zegt iets over een
zelfstandig naamwoord
.
the
angry
teacher
angry
is dan het bijvoeglijk nmw. , want het zegt iets over de docent /
teacher
.
Slide 2 - Tekstslide
Even oefenen..
Zijn er meerdere antwoorden?
Schrijf beide woorden op in de juiste volgorde met daartussen alleen een
spatie
.
Slide 3 - Tekstslide
What is the Adjective in this sentence?
"He won the first price."
Slide 4 - Open vraag
What is the Adjective in this sentence?
"The blue car suffered heavy damage.."
Slide 5 - Open vraag
What is the Adjective in this sentence?
"The journey was long and the wind was cold."
Slide 6 - Open vraag
What is the Adjective in this sentence?
"The wallpaper had a floral pattern."
Slide 7 - Open vraag
What is the Adjective in this sentence?
"Our final meeting will be this Monday."
Slide 8 - Open vraag
Op naar het volgende onderwerp..
Slide 9 - Tekstslide
Adverbs
Dichtbij Verweg
Enkelvoud This That
Meervoud These Those
Een
bijwoord
kan iets zeggen over een
bijvoeglijk naamwoord
(wat iets zegt over een
zelfstandig naamwoord
).
The
teacher
is
extremely
angry
.
Slide 10 - Tekstslide
Adverbs
Dichtbij Verweg
Enkelvoud This That
Meervoud These Those
Een
bijwoord
zegt ook iets over een
werkwoord
.
Dit geeft antwoord op de vraag
hoe?
The teacher
screams
angrily
.
Hoe schreeuwt de docent?
angrily.
Dit is dus een bijwoord.
Slide 11 - Tekstslide
Adverbs
Een
bijwoord
maak je door
+ly
.
slow
slow
ly
funny
funn
ily
medeklinker + y wordt ily
true
tru
ly
ue wordt uly
gentle
gent
ly
le wordt ly
Slide 12 - Tekstslide
Adverbs
Het volgende
bijvoeglijk naamwoord
heeft een uitzondering als
bijwoord
, namelijk:
good
well
Have a
good
day!
She sings
well
!
Slide 13 - Tekstslide
Even oefenen..
Slide 14 - Tekstslide
What is the Adverb in this sentence?
"She sings well."
Slide 15 - Open vraag
What is the Adverb in this sentence?
"The coffee is very hot."
Slide 16 - Open vraag
What is the Adverb in this sentence?
"She speaks all foreign languages fluently."
Slide 17 - Open vraag
What is the Adverb in this sentence?
"I visit my grandma daily."
Slide 18 - Open vraag
What is the Adverb in this sentence?
"I hardly recognized my old friend yesterday."
Slide 19 - Open vraag
Bijwoorden
Dichtbij Verweg
Enkelvoud This That
Meervoud These Those
In een Engelse zin plaats je een
bijwoord
:
-
vóór
een
bijvoeglijk naamwoord
Bijvoorbeeld: You are
really
pretty
.
Slide 20 - Tekstslide
Bijwoorden
Dichtbij Verweg
Enkelvoud This That
Meervoud These Those
In een Engelse zin plaats je een
bijwoord
:
-
ná
een vorm van
to be
, zoals
am
,
is
of
are
Bijvoorbeeld: You
are
never
late.
-
vóór
elk ander
werkwoord
Bijvoorbeeld: I
really
like
Christmas.
Slide 21 - Tekstslide
Is this sentence correct?
"I never am late."
Slide 22 - Open vraag
Waar gaan we naartoe?
Wat moet je uiteindelijk kunnen?
Slide 23 - Tekstslide
Eind doel:
1. Je moet kunnen uitleggen wat een bijvoeglijk nmw. en bijwoord doet;
2a. Je moet in een Engelse zin het juiste bijvoeglijk nmw. of bijwoord in kunnen vullen;
2b. op de juiste plek met de juiste spelling.
Slide 24 - Tekstslide
"They lived together ... (happy)."
Slide 25 - Open vraag
Uitleg:
Wat is er
happy
?
Antwoord: "
Samenwonen
"
Samenwonen
is een
werkwoord
, dus van
happy
moet een bijwoord worden gemaakt met +ly erachter.
Happy
eindigt wel al op een -y, dus deze verandert dan in een -i en daarna pas +ly.
Slide 26 - Tekstslide
EVEN OEFENEN..
Slide 27 - Tekstslide
Complete the sentence:
"She always talks really ... (quick)."
Slide 28 - Open vraag
Complete the sentence:
"You did a ... (good) job."
Slide 29 - Open vraag
Complete the sentence:
"He did his homework ... (good)."
Slide 30 - Open vraag
Complete the sentence:
"I am ... (extreme) happy at my new job."
Slide 31 - Open vraag
Complete the sentence:
"The girl climbed ... (dangerous) high up the tree."
Slide 32 - Open vraag
Complete the sentence:
"She ... (easy) won that race!"
Slide 33 - Open vraag
Go to
joinmyquiz.com
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
(WEEK 16) Identify Adjectives & Adverbs
April 2021
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammar Adverbs & Adjectives
September 2020
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
(WEEK 7) 3M1 - 3.6 & 3.8 Bijvoeglijke nmw. & Bijwoorden
February 2021
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
(WEEK20, 11-05) Bijvoeglijke nmw. & Bijwoorden
May 2020
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
(WEEK 16) Bijvoeglijke nmw. & Bijwoorden 2.0
March 2020
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hom 2 - Unit 8 - lesson 2
March 2021
- Les met
32 slides
Engels
MBO
Studiejaar 4
Revision unit 8
December 2021
- Les met
28 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
(WEEK24, 09-06) Adjectives & Adverbs RECAP
June 2020
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2