Verkeer
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Fietsen de kinderen in het plaatje op de vorige dia veilig?
A
Nee
B
Ja
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
De kinderen op de vorige afbeelding fietsten met z'n drieën. Het fietspad wordt straks smaller, hoe kunnen ze het VEILIGST gaan fietsen?
A
Achter elkaar
B
Ze kunnen zo blijven fietsen
C
De linker fietser kan op de linker weg blijven fietsen
D
Twee kinderen voor, één kind daarachter.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
De meiden op de vorige foto fietsten netjes naast elkaar, ze betreden nu een andere weg. De weg is breed genoeg, maar het is erg druk op de weg. Wat kunnen ze het beste doen?
A
Ze kunnen het beste aan de linkerkant van de weg gaan fietsen.
B
Ze kunnen naast elkaar blijven fiets, de weg is namelijk breed genoeg.
C
Achter elkaar, want het is druk op de weg.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Welke kinderen staan in de dode hoek?
Veilig
Dode hoek
Frank
Karin
Wout
Aisha
Sanne
Tom
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is 1 van de grootste oorzaken van afleiding op de fiets?
A
grappige vrienden
B
mobieltje
C
mooie omgeving
D
muziek
Slide 11 - Quizvraag
Wat kan er gebeuren als je je mobiel gebruikt op de fiets?
Slide 12 - Open vraag
Je mag deze weg met geen enkel voertuig inrijden.
Je mag de weg niet inrijden vanaf de kant waar dit bord staat.
Verbod stil te staan.
Slide 13 - Sleepvraag
Het voorste deel van de groep is al overgestoken. Mogen de achterste fietsers van de groep doorfietsen?
A
Ja, anders zien en horen ze de tekens van de begeleider niet meer.
B
Ja, want de groep moet bij elkaar blijven.
C
Nee, want iedereen in de groep moet zich aan de voorrangsregels houden.
