3. Examen e-mail

Voorbereiding examen (e-mail) 
Examen Nederlands:
  

- Leesvaardigheid/ kijk- en luistervaardigheid:    26 punten ( +/-)
- Schrijven (artikel/e-mail/brief) :                                13 punten

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding examen (e-mail) 
Examen Nederlands:
  

- Leesvaardigheid/ kijk- en luistervaardigheid:    26 punten ( +/-)
- Schrijven (artikel/e-mail/brief) :                                13 punten

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijke e-mail - leerdoel
Aan het einde van deze les kan je een zakelijke e-mail schrijven volgens de examennormen. 

- inhoud e-mail
- taalgebruik e-mail 
- presentatie/conventies

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 3 - Open vraag

Wanneer stuur je een
zakelijke e-mail?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke e-mail?

Slide 5 - Open vraag

Wat ga je doen?
In deze les ga je leren hoe je een goede zakelijke e-mail schrijft. Dit moet je weten, omdat je op het examen ook een onderdeel schrijfvaardigheid hebt. Dit kan zijn: een artikel, een zakelijke brief of een zakelijke e-mail. 
Je gaat nu aan de slag met de zakelijke e-mail.

Slide 6 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort: 1 -3 woorden)

  • Aanhef

  • Alinea 1  (inleiding)  Inleidende zin (altijd voorstellen

  • Alinea 2 (kern/middenstuk)

  • Alinea 3  (slot)  Afsluitende zin (snelle reactie en bedankje)

  • Slotformule (Afsluitende groet)

  • Naam (Voor- en Achternaam)

Slide 7 - Tekstslide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 8 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 9 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 10 - Quizvraag

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 11 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - Van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 12 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.  (AANLEIDING)
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 13 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal drie alinea's (inl/kern/slot) 
  • In het middenstuk  beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten. Max. 7 woorden per zin. 

Slide 14 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 15 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht
Je leest eerst de situatiebeschrijving, dan ga je naar de opdracht.
TIP: 
1. Nummer in de opdracht wat je allemaal moet uitvoeren.
2. Streep de onderdelen die je moet verwerken in de opdracht door als je ze                   uitgevoerd hebt.

Slide 18 - Tekstslide

Format
Hiernaast zie je het format van de e-mail. Gebruik deze voor het maken van de opdracht. De opdracht lever je in op papier bij de docent. 

Slide 19 - Tekstslide

Situatiebeschrijving
Je leest op de website van de school de volgende oproep:
Ben jij onze nieuwe begeleider?
We zoeken enthousiaste leerlingen die mee willen als begeleiders van het
brugklaskamp. Het doel van het brugklaskamp is dat leerlingen elkaar nog
beter leren kennen en beter leren samenwerken.

Per klas gaan twee docenten mee met het kamp. Daarnaast zoeken wij
bovenbouwleerlingen die het leuk vinden om de brugklassers te
begeleiden bij diverse activiteiten. Wij verwachten verder van je dat je
samen met je medebegeleider een activiteit organiseert en uitvoert met de
leerlingen. Het brugklaskamp duurt twee dagen.

Ben je geïnteresseerd? Schrijf dan een e-mail naar de heer Van Kampen,
organisator brugklaskamp.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht

Je besluit om te reageren op de oproep en stuurt een e-mail naar de heer Van Kampen. 
In je e-mail geef je aan dat jij graag mee wilt als begeleider van het brugklaskamp. Een deel van de informatie die je nodig hebt, staat in de tekst hierboven.

De informatie die niet in de tekst staat, moet je zelf bedenken. Een aantal
gegevens is al ingevuld.
Neem in de e-mail de volgende onderdelen op:
− Stel jezelf voor.
− Geef aan dat je reageert op de oproep voor begeleider van het brugklaskamp.
− Leg uit waarom het je leuk lijkt om begeleider te zijn.
− Geef twee redenen of voorbeelden die laten zien waarom jij geschikt bent voor deze rol.
− Noem de activiteit die je wilt voorbereiden voor het brugklaskamp.
− Leg uit waarom deze activiteit geschikt is voor een brugklaskamp.
− Geef aan dat je hoopt dat jij gekozen wordt om mee te gaan als begeleider van het brugklaskamp.
Sluit je e-mail af met ‘Met vriendelijke groet,’ en je eigen voor- en
achternaam. 
Let op: Zorg ervoor dat je tekst minimaal uit 75 woorden bestaat. Bij minder dan 75 woorden krijg je geen punten voor taalgebruik.     TE DOEN: DOORSTREPEN WAT JE AL VERWERKT HEBT. 

Slide 21 - Tekstslide

Klaar?
- Lees je mail na
- Lever jouw e-mail in op papier bij de docent. 
- Verbeter de punten.
- Ga verder met de leesopdrachten.

Slide 22 - Tekstslide