6.1 groei of krimp

huiswerk 
lastige doelstellingen:
Lever deze in bij de docent! / ophalen tijdens wordweb volgende slide 
bespreken doelstellingen in delen (morgen groot deel)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

huiswerk 
lastige doelstellingen:
Lever deze in bij de docent! / ophalen tijdens wordweb volgende slide 
bespreken doelstellingen in delen (morgen groot deel)

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan denk je bij
de overheid en ons inkomen?
h6

Slide 2 - Woordweb

6.1 Groei of krimp?

Slide 3 - Tekstslide

In deze les leer je:
- wat economische groei is;
- wat recessie (of zelfs economische crisisis;
- over het begrotingstekort en de staatsschuld;
- hoe de overheid de economie kan stimuleren.
     
GOAL!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

6.1 Economische groei:
Economische groei 

  • bbp neemt toe
  • investeringen nemen toe, werkloosheid daalt, inkomsten nemen toe
  • nationaal inkomen stijgt

Slide 6 - Tekstslide

6.1 Krimpende economie
Krimpende economie 

  • Tegenvallende economie
  • Eerst volgt recessie
  • Aanhoudende recessie of krimp van bbp betekend economische crisis

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen economische groei voor 

Overheid
  • Inkomsten stijgen
  • Uitgaven nemen af
Werkenden
  • Er is meer werk
  • Premies en belasting kunnen omlaag (nettoloon wordt hoger)

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen recessie / crisis

Overheid
  • Inkomsten dalen
  • Uitgaven nemen toe
Werkenden
  • Er is minder werk
  • Premies en belasting moeten omhoog

  • Wat gebeurt er als de overheid de premies en belastingen verhogen tijdens een recessie?
  • Hoe zouden zij dit anders kunnen doen?

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen recessie 
Wat gebeurt er als de overheid meer uitgeeft dan dat er binnen komt? 

Slide 10 - Tekstslide

Staatschuld 
Overheidsuitgaven > overheidsinkomen

staatschuld= overheidsschuld
 
staatschuld groter= meer rente betalen = meer uitgaven  

Slide 11 - Tekstslide

 De overheid kan de economie stimuleren door o.a.:
lees bzl 175 samen! 
meer geld te investeren in de infrastructuur
1
de inkomstenbelasting te verlagen
2
subsidie te geven aan innovatieve bedrijven
3
te investeren in onderwijs (hierdoor stijgt de arbeids-productiviteit, zie par. 3.2)
4

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk!
blz 172 t/m 175
1 t/m opgave 11
20 minuten
10 minuten in stilte 

na 10 minuten minimaal 1 t/m 3 af! 


Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het NETTOloon als de sociale premies en loonbelasting omlaag kunnen?
A
Het nettoloon stijgt
B
Het nettoloon blijft gelijk
C
Het nettoloon daalt

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van een recessie?
A
Als het bbp krimpt
B
Als er een economische crisis is
C
Als de groei daalt
D
Als de groei daalt en lager is dan gemiddeld

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het nationaal inkomen?
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
het inkomen van de nationale overheid
D
de som van alle inkomens in een land

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de overheidsfinanciën als er
economische groei is?
A
overheidsuitgaven dalen + overheidsinkomsten stijgen
B
overheidsuitgaven dalen + overheidsinkomsten dalen
C
overheidsuitgaven stijgen + overheidsinkomsten dalen
D
Er gebeurt helemaal NIETS met de overheidsfinanciën

Slide 18 - Quizvraag

Wat is innovatie?
A
Koopkrachtverbetering
B
Vernieuwing
C
Prijsstijgingen
D
Economische groei

Slide 19 - Quizvraag

Waarvoor staat de afkorting bbp?
A
bruto buitenlandse productie
B
bruto binnenlandse productie
C
bruto buitenlands product
D
bruto binnenlands product

Slide 20 - Quizvraag

Rekenen
blz 194
opdracht 1, 2, 4 en 5
15 minuten = af

Klaar? Maak 6.1 af + nakijken

Slide 21 - Tekstslide